Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Lente De luwe wind heeft ook zijn weg gevonden Tot haar. Zij heeft zich driftig opgeheven. Geluk en hartstocht, jaren afgebonden, Zullen zich trotsch en prachtig overgeven. Een lente als toen; waar is de tijd gebleven? De dagen gingen zooals zij ontstonden, En zoo is zij de engte ingedreven Waaruit geen droomen haar meer redden konden - De kleine spiegel weert haar eerzucht af. Er valt een zware schaduw langs haar oogen, Of alle hoop haar uitgebloeid begaf. En dan herinnert zij zich alles weer. De wilde lente heeft haar wéér bedrogen. Met trage hand legt zij den spiegel neer. Vorige Volgende