Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Le pauvre Lélian: ‘Door duizend dagen en door duizend nachten Ben ik vergeefs en moedeloos gedwaald, En nog wil het vermoeide hart verwachten Of er een late liefde nederdaalt, Een toeverlaat, vóór het omlaaggebracht Verdorren zal, een teeken op dit smeeken Of mij de teederheden van een zacht Streelende vrouwenhand zullen ontbreken. Weemoed en drift en zwervend ongeduld Zullen zich toomen in haar kalme teug'len. Eén witten nacht en dan zal ik vervuld Den dood verwachten met gevouwen vleug'len, Eén witten nacht...’ Vorige Volgende