Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Wenn nur ein Traum das Leben ist... voor den Noorman Het werd mijn droom in 's werelds kring volkomen zorgeloos een schelp te zijn, een suizend vuur, een rank, een wilde roos, onkundig van geluk en leed, van plan en overleg, het stuifmeel dat de wind verwoei, lichtzinnig langs den weg, een vlinder op een lelieblad, de vleugels bijna dicht en trillende een oogwenk eer zij opgaan in het licht, een dauwdrop en een sneeuwkristal, een smettelooze wolk, een zonnestraal zoo flitsend als een wit geslepen dolk, [pagina 45] [p. 45] een vogel en een varen en een held're beek in 't woud, in het rivierbed een nog on- gewonnen korrel goud, de wierook en de myrrhe, en het ruischend requiem, doch schuldeloos en onbevreesd, de lout're, pure stem - Alleen een mensch droomt zoo vergeefs, ontwaakt zoo moedeloos, een vreemdeling voor schelp en vuur en rank en wilde roos. Vorige Volgende