Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Het zieke meisje Zij sloot haar oogen voor de wreede zon en Ontvoer volkomen de aanwezigheid Der anderen. Zij heeft zich diep bezonnen, Zij was alleen geweest te allen tijd. Achter haar warme oogleden begonnen De fluisteringen van de eeuwigheid. Waarom was zij niet eerder overwonnen En van haar liefde en haar smart bevrijd? Toen zij haar oogen eind'lijk opende Waren er stemmen en zij zocht bevreesd De zachte streeling van een teed're hand. Zij glimlachte, maar sprak niet van het land Waarin zij diep verloren was geweest, Want zij bevond zich weder hopende. Vorige Volgende