Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Franciscus van Assisi Waar het bergpad zwenkte en den kloostertuin Ontkwam, voortspringend langs aanvanklijk schuin Maar dan schier loodrecht opstijgenden rots, Stond onbewegelijk Franciscus. Onder hem Lagen in dunnen mist klooster en meer. Het ziende kende hij het nauwlijks meer Dan als verlaten legerplaatsen Gods. Een klein brevier is aan zijn hand ontvallen En viel als een dor blad onpeilbaar diep. Thans scheen het rustelooze bloed bezonnen En het weerspannig lichaam overwonnen, En hij stond wachtende tot God hem riep Volkomen rustig op de laatste wallen. Hij hoorde op een andere planeet Engelen zingen, en vervolgens schreed Hij waar een gems hem niet meer volgen kon, Boven de wereld blinkend in de zon. Vorige Volgende