Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Het Meisje Er lag sneeuw en het donkre meisje stond Weerloos verloren in den diepen nacht. De witte stilte werd een overmacht, Een doodsche dreiging die zij niet weerstond. Er was een trilling om haar moeden mond En huivrend in haar mantel zei ze zacht: Ik heb geen doel; en dieper, langs den grond, Bukte haar schaduw na die stroeve klacht. Ik zag haar gaan over het bleeke pad - En in de kuische sneeuw stond, waar zij trad, Het smalle teeken van haar kleinen voet - Toen sprak haar smart ook eindelijk tot mij: Zij had geen doel, en aldoor hoorde zij Het kindje zingen in haar angstig bloed. Vorige Volgende