tradities en bestendigen vorm in stand, al breekt soms in een hart, dat meer liefde bevat dan traditie, het verlangen door die onverbreekbare vormen heen. Wie het werk van Grazia Deledda gelezen heeft, meent het leven op Sardinië te kennen. Hij merkt, dat het het werk is van een sterk talent, knap geschreven en goed gecomponeerd. Maar toch heeft hij iets anders verwacht, méér, grootscher. Grootsch zijn deze romans niet. Zulke boeken kan bijv. Streuvels op zijn minst ook schrijven.
Het werk van een auteur, die met den Nobelprijs werd bekroond, neemt men onwillekeurig met iets als ontzag en eerbied in handen. Het spant de verwachtingen op het hoogst. Het heeft iets van de opwachting bij een vorst of een bezoek bij den paus. Maar alles, waarvan men zich zeer veel beloofd heeft, stelt teleur.
Het landschap is in deze boeken schilderachtig om de handeling aangebracht. Telkens zijn er trekjes van fijne menschenkennis. Maar nergens raakt de schrijfster van den beganen grond der werkelijkheid. Zij idealiseert het landleven niet, verzacht de harten van het ruwe volk niet opzettelijk, zij volbrengt haar taak zonder fouten, maar ook missen wij ten slotte de visie, die de wereld en het leven, dat zij beschrijft, omhoog heft uit de enkele weergave van het bedrijf, de hartstochten en de lotgevallen tot een beeld van diepe menschelijkheid, tot een teeken der menschheid, als bijv. Streuvels' Vlaschaard is.
De boerenromans van alle landen zijn betrekkelijk eender, en het doet er weinig toe, of het drama van met de aarde worstelend volk zich afspeelt op berghellingen of in laagvlakten; ondanks alle schakee-