De glans der dagen
(1954)–Fré Dommisse– Auteursrecht onbekendbron
Fré Dommisse, De glans der dagen. A.A.M. Stols, Den Haag 1954
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De glans der dagen van Fré Dommisse uit 1954.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (voorplat, binnenkant voorplat, 2, 10, 36, 80, 100, 112, 136, 150, binnenkant achterplat, achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorkant stofomslag]
FRÉ DOMMISSE
de GLANS der DAGEN
A.A.M. Stols
fré dommisse
DE GLANS DER DAGEN
In het oude Twentse stadje heeft mevrouw van Rees zo'n gelukkige jeugd gehad, dat de herinnering daaraan haar altijd is bijgebleven. Onder moeilijke omstandigheden moet zij zich later, omdat zij reeds als jonge vrouw weduwe werd, in het leven handhaven; maar dan is die jeugd steeds weer de blijde achtergrond waarin zij ook haar kinderen weet te betrekken. Zij heeft van de oude gebruiken, de wandelingen en het familieleven zo intens als kind genoten, dat ze haar levensvreugde aan de kinderen wist mee te delen, ondanks de andere uiterlijke omstandigheden.
Mevrouw van Rees kan het stadje waar sinds eeuwen haar familie leefde, nooit vergeten en, door een hevig verlangen gedreven, keert zij er voor enkele dagen in de lente, als zij reeds over de tachtig jaar is, met haar dochter Justine naar terug. Zij weet, hoewel zij blind is, alle straten en wegen nog te vinden en in haar verbeelding ziet zij de huizen weer zoals deze in haar jeugd wa-
[pagina 1]
DE GLANS DER DAGEN
[pagina 3]
FRÉ DOMMISSE
DE GLANS DER DAGEN
A.A.M. STOLS - UITGEVER
's-GRAVENHAGE
1954
[ achterkant stofomslag]
ren. Het is ook als ziet zij de mensen weer die eens hier in het stadje leefden en het wonder voltrekt zich dat zij, door haar blindzijn, voor de schok bespaard blijft die de werkelijkheid haar misschien gegeven had, daar het stadje door de oorlog zwaar werd geschonden.
Het is niet het verlangen naar het verleden dat haar tot deze terugkeer dreef, het is haar afscheid en tevens is het voor haar de bevestiging van hetgeen zij nimmer verloren had, de beleving van hetgeen tot onvergankelijkheid werd. Geen hunkerende terugblik, maar een staan in de tijd, ondanks haar hoge leeftijd. Deze levenskracht is het geheim van haar leven en haar inzicht en wijsheid zijn de richtlijnen die Justine zich die dagen meer bewust wordt. Het vergezicht op de Paaswei, dat haar moeder niet meer zien kan, wordt voor Justine tot een vergezicht waarin zich een wijdere horizon aftekent, die haar de kracht geeft om het leven met zijn tegenslagen en zorgen te aanvaarden.
Ontwerp stofomslag Th. de Haan