zorgen? Maar dat is misdadig, zo mag je niet verder gaan, je moet aan jezelf denken, je hebt niet het recht je zo af te beulen.’
Die taal was nieuw voor mij, zulke woorden had ik nooit gehoord; ik had geloofd dat je nooit rekening met jezelf mocht houden en dat ik misdeed als ik niet alles voor ons gezin opofferde... maar aan jezelf denken scheen dus niet verkeerd te zijn, en dat kalmeerde mij.
‘Weet je wat, engel van me, kom bij me wonen. Eén voorwaarde: op de dag dat ik naar mijn land terugmoet of ga trouwen, zul je me geen verwijten maken of zeggen dat ik je bedrogen heb.’
Geheel verbijsterd ging ik overeind zitten. Hij weet niets van me, hij heeft zelfs geen idee... hoe is 't mogelijk, en toch spreekt hij zo tegen me... maar als hij eens wist... is dat stommiteit van hem, of liefde?
‘Als je wilt, kom dan bij me voor zolang het wil duren; dan ben je veilig voor de klauwen van je ouders die je uitbuiten. Maar het is afgesproken dat je geen moeilijkheden maakt wanneer het uit moet zijn. Ik ben zo openhartig omdat ik meen dat het met een meisje als jij mogelijk is om niets achter te houden...’
Liggend naast Eitel bleef ik de rest van de nacht wikken en wegen, en ik vroeg me af waarom al wat lelijk en vernederend was steeds op mijn hoofd was neergekomen... en toen begreep ik dat ik ermee moest breken. Ik ga bij hem inwonen, dacht ik, want thuis is het leven onmogelijk geworden. Ik draag mijn verdiensten af, dat wel, maar het huis ga ik uit, en anders verdoe ik me.
En kijkend naar het mooie blonde hoofd van mijn minnaar die met gesloten vuisten lag te slapen, dacht ik: jou, jou beloon ik genoeg met mijn lichaam, méér ben ik je niet schuldig.
De volgende dag bond ik thuis mijn spullen samen tot een pak en zei moeder dat ze kon blijven rekenen op alles wat ik