Een groot meisje
Ik had stof moeten afnemen in een van de kamers boven, maar was in Woutertje Pieterse gaan lezen en had alles om mij heen vergeten.
‘Kéééé! Kéééé!’
Ik de trap af.
‘Gekke meid, waar zít je toch? Vooruit, schil de aardappels.’
Ik ging zitten en trok de mand op schoot. Corrie verliet de keuken. Onder het schillen zat ik te dromen over Woutertje en merkte ternauwernood dat de baas binnenkwam, de keuken rondliep en treden naar de kolenkelder af ging.
‘Keetje, kom eens hier.’
Ik stond op en ging.
Hij greep me vast, duwde mij tegen de muur, klemde zijn mond op de mijne, graaide met zijn vrije hand tussen mijn benen. Ik voelde twee of drie schokken; toen liet hij me los en verdween.
Ik ging weer op mijn stoel zitten, de mand op schoot. Ik voelde mij zo raar en zat zo hevig te beven dat ik begon te huilen, mijn voorhoofd op de koude ijzers rond het fornuis. Corrie kwam binnen.
‘Wat zit jij te grienen?’
‘Ik heb pijn.’
‘Waar?’
‘Mijn buik.’
‘Ben je al een groot meisje?’
Ik keek haar aan.
‘Je weet toch precies hoe groot ik ben...’
‘Ach suffie, dat bedoel ik niet. Heb je al elke maand