Refreinenbundel
(1940)–Jan van Doesborch– Auteursrecht onbekend[LXXVI] Refreyn
OM v te beschincken die ic beminne
met een nieu iaer, ic en weet wat geuen;
den tijt is nv recht daer toe verheuen
dies ic dat sonder begrijp heb inden sinne. Ga naar eindvs. 4
5[regelnummer]
ic ionne als lief tot uwen ghewinne, Ga naar eindvs. 5
Ga naar margenoot+ peerlen, gesteenten, die therte doen leuen,
riemen, ringen, platen van siluer ghedreuen,
croesen, potten van metale van tinne,
vruecht, iolijt en gesondicheyt daer elc na haect,
10[regelnummer]
vrede en al dat soet en minlic smaect,
voort al dat ghi begeert, mijn conste is claer;
bouen al schinc ic v dat tuwaerts blaect
een herte vol trouwen voor een nieuwe iaer.
Iuweelen faelgere al metter tijt,
15[regelnummer]
het verslijt, tverrot, twert ongheacht,
zonder een herte vol trouwen met liefden beuracht,
welck geduerich is en geduerich blijt
door trouwe, verachtende der werelt nijt.
dies sietmen dat bi lief liefs mondeken lacht
| |
[pagina 140]
| |
20[regelnummer]
mits trouwe die liefde vast hout int gedacht,
lief al tijt gruetende sonder respijt,
dus neemt mijn ghifte sonder cesseren,
iont mi ooc douwe, tmijn en sal niet faelgeren Ga naar eindvs. 23
want trouwe achtic dusent pont voorwaer;
25[regelnummer]
al vergaget tgoet men siet niet declineren Ga naar eindvs. 25
een herte vol trouwen voor een nieuwe iaer.
Men siet dat therte die leden bestuert,
Ga naar margenoot+ hooft, voeten, tonge, oogen en handen,
armen, beenen, knien, schenen en tanden,
30[regelnummer]
mits tleuen dat eerst en lancxt aen therte duert,
want als therte faelgeert wortet dlichaem vervuert.
metter herten ooc het lichaem neemt in commanden,
met die sinnen gheschict tuwer waranden, Ga naar eindvs. 33
mer hout die warande met trouwen bemuert.
35[regelnummer]
therte ghenoemt alleen begrijpt al heel, Ga naar eindvs. 35
dus mi seluen heel ende mijn selfs elcx deel
is uwe, reyn suuer lief, en lief eerbaer
ontfanget so ict v gheue dit iuweel
een herte vol trouwen voor een nieuwe iaer.
Prince
40[regelnummer]
Princelick lief van mi vercoren,
wilt altijt trouwe met trouwe loonen;
waert mogelic ic schonc v hondert dusent cronen,
mer neent, dies ick trouwe schincke al voren Ga naar eindvs. 43
vast en gheduerich als muer of toren,
45[regelnummer]
alleen v cronende int herte sonder honen
Ga naar margenoot+ onbeswijckelic rasch nu v vragende,
want meer dan een sijn therte plagende;
dus al mach ick vrolic sijn hier oft daer
ick schinck v alleen mi best behagende
50[regelnummer]
een herte vol trouwen voor een nieuwe iaer.
[houtsnede] |
|