8.
Kwidee!
‘We moeten scheermesjes kopen,’ zei Glebber.
Glibber en Glabber luisterden aandachtig naar het plan van Glebber. Het was een verschrikkelijk goed plan. Alleen hadden ze geen scheermesjes, en die konden ze ook niet van hun vader weg pakken, want hagedissen hoeven zich nu eenmaal niet te scheren. Nooit!
‘Glibber heeft het meeste geld in zijn spaarpot,’ zei Glabber. ‘Hij moet ons dat geld lenen om die scheermesjes te kopen.’
‘Je bent glebber-glabber-gek,’ stoof Glibber op. ‘Jij hebt ook geld in je spaarpot. Waarom moet ik al mijn geld geven?’
‘Maken jullie geen ruzie,’ zei Glebber boos. ‘Natuurlijk moeten we allemaal evenveel centjes bij elkaar leggen, om die scheermesjes te kopen. Je bent gierig, Glabber.’
‘Ik ben niet gierig,’ protesteerde Glabber. ‘Glibber is gierig. Hij geeft nooit iets uit. Hij wil nooit snoepjes kopen. Daarom heeft hij zoveel geld in zijn spaarpot.’
‘Het gaat je niets aan,’ zei Glibber. ‘En jij bent een gierige, gulzige, gl...’
‘Hou op,’ schreeuwde Glebber. ‘Wil je je staartje houden of niet?’
‘Ik hou van mijn staartje,’ zei Glibber.
‘Ik ook,’ zei Glabber.
‘Ik ook,’ zei Glebber. ‘Daarom moeten we mijn plan uitvoeren. Luister. Dus we vragen een vrucht van mevrouw Markoesa. En dan maken we een lekker sapje. En dan doen we er aspirientjes in. En dan vragen we aan