ana om de lancering van een raket mee te maken. Heel groot was zo'n raket en hij ging loodrecht de lucht in, met een staart van rook en vuur. Iedereen had ervoor geklapt. Jammer, dat er geen mensen in waren. Hij had graag een raketvlieger ontmoet. Ruimtevaarder worden, dat leek hem wel iets.
En nu lag hij onder een dak van Hollandse bladeren, nee, Franse. Hij schudde zijn hoofd, hij was in Frankrijk, hij moest niet in de war raken. Hij lag onder Franse bladeren, omringd door donkergroene cipressen en naaldbomen. Ai, hij wist weer wat er gebeurd was nadat hij van de boot was gerend.
Al snel was hij van de boulevard het dennenbos ingehold dat naast het strand lag. En toen... Hij was waarschijnlijk gevallen en buiten westen geraakt. Nu herkende hij ook de zogenaamde witte raket. Dat was een hoge kolom in de vorm van een pijl, die op het strand stond om de aandacht te vestigen op het verhuurbedrijf van speedboten, catamarans en waterfietsen.
Martin spande zijn spieren en draaide zich op zijn rug. Hij bewoog zijn vingers en krabde in de aarde. Toen probeerde hij zijn armen, benen en tenen. Alle spieren deden pijn, maar hij had niets gebroken. Oké, hij was alleen maar bewusteloos geweest.
Zijn pet, schrok hij. Waar was zijn pet? Erger nog: waar was de diamant? Hij voelde in zijn haar. Niets. Zie je wel, iemand was hem achternagekomen en had hem de dia-