Tegen de ober die toeschoot, zei zij: ‘Tafel voor twee, pour deux, buiten, daar, ja, dank u wel, s'il vous plaît, merci beaucoup, grantangi.’
Die oma Iris. Dat zou hij niet durven. Hij noteerde in zijn hoofd, voor zijn brief: ‘Het is leuk met oma Iris, maar soms doet zij een beetje gek en schaam ik mij voor haar. Laatst zei zij in een restaurant grantangi in plaats van dank je wel. Af en toe eten wij thuis en af en toe buiten. Hoe gaat het met de prijzen? Is er nog melk?’
In Suriname werd alles met de dag duurder. Voordat zij naar Frankrijk waren vertrokken, had oma nog een pakket met melkpoeder en babyvoeding verzonden. Martin zag zijn baby-zusje voor zich. Zij lachte met haar twee tandjes. ‘Dag Roosje,’ fluisterde hij.
Nadat oma Iris vissoep had besteld, bouillabaisse, vertelde zij over een cafeetje met een wc waarop je met z'n tweeën kon plassen. Er waren twee gaten in de deksel die het geheel bedekte. ‘Poepen deed je niet met z'n tweeën. Ben je gek! We gingen niet naast elkaar zitten stinken.’
‘Bah,’ zei Martin en hij kneep zijn neus dicht. ‘Nu kan ik niet meer eten.’
‘Stel je niet aan. Ik vertel je dingen van vroeger die je moet weten,’ zei oma streng. ‘Het café stond op het Plein en heette Dixie Bar.’
‘Dat ken ik, oma. Het bestaat nog.’
Zijn grootmoeder ging onverstoorbaar verder. ‘Allerlei kunstenaars ontmoetten elkaar daar één keer in de week.