Op zoek naar Mari Watson
(1987)–Thea Doelwijt– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
worst, die tante Zus had gemaakt. Vandaag was Hollandse dag, speciaal voor oom Wim. Tante Zus kookte de ene dag Surinaams, de andere dag Hollandse pot. ‘Van mij mag je elke dag Surinaams koken,’ zei oom Wim vaak, als hij over zijn buik wreef na een lekkere bruine bonen of moksi alési. Tot Mari's verbazing wist oom Wim precies hoe je droge rijst moest koken en hoe je vlees en vis moest bakken, met ui, peper, knoflook, tomatenpuree, maggiblok. Hij had een keer een nog lekkerder moksi alési gemaakt dan tante Zus. Tante Zus, echter, was er trots op dat zij ook Hollandse pot kon koken, zoals zij altijd zei. Daarom bleef zij dat doen, om de andere dag. Mari werd een beetje slaperig. In Suriname at je altijd om half twee, direct na school en daarna viel je heerlijk in slaap. Het was het heetst van de dag. Pas om half vier - vier ging je de straat weer op, ergens tussen half vier en vier uur en nooit precies om 15.34 uur of 15.45 uur zoals hier in Nederland treinen reden en afspraken werden gemaakt. Half vier - vier ging ze Roi opzoeken of hij kwam bij haar langs. Zou ze hem nog een keer schrijven? Hallo Roi, ik zit met een probleem. Ik heb hier een Hollandse vriend, die Menno heet. Die jongen is zo | |
[pagina 54]
| |
[pagina 55]
| |
stom, dat hij zich op mijn fiets heeft laten aanrijden. Nu zoeken wij de dader en wil ik een toelala maken. Wat zou hij doen? Je toegenegen Mari. Niets toegenegen. Met de groeten van Mari Monsanto, die vindt dat jij geen manieren hebt. Als je een brief ontvangt, moet je een brief terugsturen. Alsof ik dat niet weet, schreef Roi terug. Ik zou maar eens op bladzij 215 kijken. Mari had bladzij 215 voor zich in het Indianenboek. Ze las: Om het oog te betoveren. Wordt gebruikt om zich onzichtbaar te maken voor anderen. Als die jongen op de rolschaatsen dat had gebruikt... Ze las door: Een ander tovermiddel dient om de ogen te verhelderen, zodat je beter kan zien = denken. Mari's ogen vielen dicht. Ze sliep niet echt, ze sufte alleen maar een beetje. Als je in een ander land was, waar geen slangen waren... Als het zo koud was, dat je geen mier op straat zag... Als zij hier nog nooit tajer langs de weg had zien groeien... Als zij toch een tovermiddel wilde maken... Als zij nu eens een computer had. Ze tikte haar vraag in: -Waar is Surinaamse jongen-Suis-zoem-piep-fluit-fluit-zoem: -Geef meer gegevens- Piepje ongeduld! | |
[pagina 56]
| |
-Die Menno heeft aangereden- Suis-zoem-piep-fluit-fluit-zoem: -Stel andere vraag- Waar is kondreman op rolschaatsen- tikte Mari. -Woord niet bekend-Suis-zoem-piep-fluit-fluit-zoem. Niemand kende hier Surinaams! -Landgenoot- -Nationaliteit vermelden- Suis-zoem-piep-fluit-fluit-zoem. -Srananman-Surinamer- tikte Mari. Suis-zoem-piep-fluit-fluit-zoem: -Bijlmermeer- Mari moest lachen. Ze werd er klaarwakker van. Vanavond, aan tafel, had oom Wim aan tante Zus gevraagd of zij geen heimwee had naar de Bijlmer. Helemaal niet, had tante Zus gezegd. Oom Wim was vandaag in Ganzenhoef geweest, vertelde hij. Het was er zo gezellig. Er was daar een markt, waar allerlei Surinamers rondliepen. Het leek wel alsof het daar minder koud was. Vandaag, op de Albert Cuyp, zei tante Zus, was het vreselijk koud. Ze had wel een paar bekenden ontmoet, maar niemand was blijven staan voor een praatje. Zaterdag neem ik jullie mee naar de Bijlmer, had oom Wim gezegd. Voor de gezelligheid. Dat was het. Mari wist het! Ze stond op en liep naar de woonkamer. ‘Oom Wim,’ zei ze, ‘als we zaterdag naar de Bijlmer gaan, mag Menno dan mee?’ | |
[pagina 57]
| |
‘Waarom niet,’ zei oom Wim, terwijl hij in de krant bleef kijken, die hij aan het lezen was. ‘Als zijn moeder het goed vindt,’ zei tante Zus, terwijl zij naar de televisie bleef kijken. ‘Zal ik hem nu even bellen?’ ‘Hoe laat is het?’ vroeg tante Zus. ‘Over negenen,’ zei oom Wim. ‘Bel hem morgen,’ zei tante Zus. ‘Ze houden hier er niet van als je laat opbelt. Kom gezellig televisie met me kijken.’ |
|