ten nu, vechtend als deze vogeltjes, proberen de hut te bereiken, terwijl de ‘wachters’ langs de weg hen steeds terugduwden.
Eindelijk slaagde één erin door te breken, maar bij de hut werd hij opgewacht door de vrouwen, die hem peprewatra in de ogen gooiden! Toch lukte het hem de paloeloe-bedekking van de korjaal af te trekken. Een luid gejuich steeg op. Hij kreeg de eerste dronk!
Vervolgens kwamen alle feestvierenden naar de korjaal en liepen er omheen. ‘Hia - hia,’ riepen zij, alsof zij zonpapegaaien waren. Elke man legde zijn linkerhand op de schouder van de vrouw die naast hem stond, terwijl hij met zijn rechterhand de kalebas met drank aannam. De samboera liet zijn tromslag klinken, de kwama floten, de feestzang werd aangeheven.
Kainema was toeschouwer. Als de belangrijkste gast hoefde hij niet mee te zingen en dansen. Hij leek gespannen naar de kwamaspelers. Blies één van hen op de kwama van zijn vader?
De Slechte-Wraak-Indianen lieten hun verschillende dansen zien. Zij voerden de pingo-