Als ik groot word, wil ik trouwen. Maar voor ik ga trouwen, wil ik een huis hebben. Ik wil mezelf kunnen verzorgen en als ik alles heb, wil ik een beslissing nemen, waar ik wil wonen. Maar ik wil graag in Nederland wonen.
Ashita
Ik zit in de zesde klas. Als ik slaag, ga ik naar de mulo en als ik in de 4e mulo zit, dan moet ik slagen.
Dan ga ik naar de middelbare school en als ik groot word, dan wil ik dokter worden.
Waar ik naar school ga, is het erg leuk en de juffrouw is ook erg leuk.
Als ze ons schreeuwt, dan laat ze ons later ook lachen.
Kavita
Ik zit nog op school in de zesde klas.
Ik wil iets goeds in de maatschappij worden zoals een onderwijzeres. Mijn moeder zegt: ‘Je moet nog niet naar jongens kijken, want dat is nog niet belangrijk. Pas als je je diploma hebt en werkt, kun je een vriend zoeken.’
Soms wanneer je een mooie jongen ziet, voel je iets in je hart kloppen. Mijn moeder zegt dat het kalverenliefde is.
Ik hoop dat ik in de toekomst iets wordt zodat ik m'n eigen centen kan verdienen. En ik wil een lieve man en in een mooi huis wonen. En veel lieve kinderen krijgen. Ik heb een zusje, die is stout en soms lief.
Ik hoop dat wanneer ze groter wordt, dat ze dan ook liever wordt en ook een goeie baan krijgt. En veel geluk.
Steffany