En toen en toen en toen. Spelen met woorden, lezen, schrijven en tekenen met kinderen in Suriname

[p. 15]

[3]

‘Weet je wat ook leuk is?’ zei de oude schrijfster.

‘Nee, wat, mevrouw?’

‘Samen een tekst lezen. Ik zal beginnen.’

Ik

Hé, grote buik

Heb je echt een hele pompoen gegeten?

Leerling 1

Ja hoor, niets bijzonders.

Leerling 2

Je buik gaat bossen, let maar op.

Leerling 3

In Suriname zeggen we bossen, in Nederland barsten.

[p. 16]

Leerling 4

Maar het resultaat is hetzelfde, je buik gaat uit elkaar spatten.

Leerling 5

Nee hoor. Ik heb wel eens een hele pom gegeten, en mijn buik is nog heel.

Leerling 6

Ik heb wel eens 12 roti's gegeten, dat is een dozijn.

Leerling 7

En ik heb wel eens 144 borden rijst gegeten, dat is 12 keer zo veel.

Leerling 8

Dat is een...

Iedereen

Ja hoor, dat weten we wel, dat is een gros!

Ik:

Jullie weten veel, hoor.

Vertel me nu maar eens wat je vanmorgen hebt gedaan of gezien of gehoord toen je opstond...

Weet je wat er met mij gebeurde?

Ik ging de straat op en zag een man die vroeg of ik een boom wilde hebben. Hij had een reuzenrozenboom op zijn rug. Ja, die wilde ik wel graag hebben, maar... mijn huis is te klein voor zo'n boom en ik heb geen tuin.

Dan ga ik maar verder met mijn boom, zei de man.

Dag meneer met je rozenboom, zei ik.

[p. 17]

Op een dag sta ik op en ik zie een engel.

En ik wrijf mijn ogen, want ik denk: Die bestaan toch niet.

Toen vroeg ik: ‘Ben je echt?’

Ze zegt van wel.

Rebecca

Toen ik vanmorgen opstond, zag ik een mooie boom met een mooie vogel met gouden veren.

Satish

Op een morgen, toen ik opstond... het was op 15 december, dat is kinderdag... zag ik op mijn erf een step.

Daarop stond geschreven: Een prettige kinderdag toegewenst door je vader en moeder.

En er was ook nog een mooi pakje voor mijn broertje en voor mij.

Annemarel

Toen ik gisteren opstond, was het mooiste dat ik zag: een vogel met een stukje diamant in zijn bek. Ik rende achter de vogel, maar hij vloog weg.

De volgende dag zag ik diezelfde vogel weer en toen bleef hij stilstaan en ik maakte kennis met de vogel en toen leefden we lang en gelukkig.

Regillio

[p. 18]

Ik moet vegen thuis. En soms moet ik vaat wassen.

En ik sta op, ik bid. Na het bidden ga ik baden en dan trek ik mijn kleren aan. Dan pak ik de bus met mijn zusje.

Toen de bel was gegaan, moesten we op die bus wachten, maar de bus kwam nog niet. Toen moesten we in de klas gaan en ging de juf een boek voor ons lezen.

Wanneer de school uit is, ga ik met mijn moeder naar de stad om te gaan eten en drinken. Wanneer ik thuis ben, ga ik weer eten.

Lorraine

Mijn verhaal is dat ik vandaag prettig feest ga vieren. Mijn moeder is jarig. Mijn hobby's zijn sporten: slagbal. Eten niet altijd. Wandelen.

Mireille