Staatkundige brieven uit de jaren 1615-1625.
(Naar de originelen).
I.
Edele, wyse, voorsienige, seer vermogende Heeren.
Myn heeren. Alhoewel D. Samuel Naeranus ons een waerde medehelper is geweest inde bevorderinge van waerheyt ende vrede, ende door syne geleertheyt ende godtsalicheyt in dit quartier goede vruchten dede; waerdoor eenige vrome ende vredenlievende luyden onder de nabuyren, achteden, datmen hem hier hadde behooren te behouden, als denwelcken t'syner tyt geen vorder avancement hier soude hebben ontbroken, ende die oversulx by soodanige ende andere voorvallende occasien meerder dienst hadde connen doen; waeraen wy oock gansch niet hadden te twyffelen: nochtans, aenmerckende de gelegentheyt van Uwe Ed. Mog. stede ende gemeente van Amersfoort, ende de goede stichtinge, die aldaer door synen dienst ende bywooninge te verwachten stont; soe en hebben wy niet connen noch willen naerlaten, om, soe vele in ons is geweest, te bearbeyden ende aen te houden, ter plaetsen daer't behoorde, dat hy mochte worden ontslagen, ende dat soe vele ende lange, dat eyntelyck syne ontslaginge is geeffectueert; waerop volgen sal, door de genade Gods, dat hy hem cortelingh totte aenvaerdinge vande kerckendienst binnen de voorsz. stede dadelyck sal vervougen. Wy hadden gaerne gesien, dat de plaetse van Haserswoude, uyt de welcke hy nu sal comen te vertrecken, hadde mogen voorsien worden met eenich student op de universiteyt alhier, om alsoe niet genootsaect te worden Uwe Ed. Mog. moeyelyck te vallen, ende denselven eenich vredelievende ende moderaet persoon uyt hare provincie (daer se emmers soewel als hier van noode syn) in contreschange te moeten onthalen: hebbende tot dien eynde dien van Haserswoude voorgeslagen, ende aldaer laten hooren Bartholomeum Provostium, een jongman van sonderlinge geleertheyt ende godtsalicheyt, aen wiens gaven de inwoonders wel goet genoegen hadden, maer, aengesien, dat se verstonden, dat hy seer geleert was ende specialyck, dat hy oock de Fransche sprake conde, ende mitsdien sorchden, dat hy henluyden weder onlancx mochte werden onthaelt, soe en
hebbense tot syne beroepinge niet verstaen; te min, nadiense geen eenloopich, maer een getrout persoon begeerden. T' welcke d'oorsake is, dat wy d'oogen hebben geslagen opden persoone Johannis Schoteni, predicant tot Segvelt, ende Uwer Ed. Mog. hebben moeten importuneren, om denselven, tot dienst der kercke van Haserswoude voorsz. t'ontslaen; het welcke Uwe Ed. Mog. oock goedertierentlyck hebben geconsenteert, waervan wy deselve, met presentatie van alle mogelycke dienst, eerbiedentlyck danck seggen. Alsoe nu de voorsz. Provostius den cours van syne studia ordentlyck ende geluckelyck voltrocken hebbende, het schade soude syn, dat hy langer op de universiteyt ledich soude blyven gaen; ende hy een persoon is, bequaem, om in