Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht. Deel 6
(1846)–Johannes Jacobus Dodt– Auteursrechtvrij1613.Den 3. January is in de Domskercke gedoopt ridder Johan Ogley's kint, genaemt Soffhya, eenGa naar margenoot+ dochter, in overstaen van graeff Hendrik van Nassou ende die huysvrouwe, van graeff Ernst ende den heer van Brederoo, ende den graeff van Cuylenborch, ende daer is grooten staet geweest, ende veel kijckers om te sien. Den 4. Meert sijn ingeluydt 2 knoopmaeckers in de Nieuwstraet,Ga naar margenoot+ een genaemt Adriaen Jansen ende een Jacob Fransen, te compareren den 9. Meert, om moedwillicheytGa naar margenoot+ bedreven aen 't wtwarpen van de nieu geplante boomen achter Sonnenburg, gedaen den 1. Meert 1613. In 't midden van Meert hebben die trommels geslagen in Wtrecht, om te dienen die bewinthebbers van Oostindie, daer Steven Verhagen admirael van was. Den 22.Ga naar margenoot+ Meert is afgelesen, dat niemant hem ter zee en sal begeven, buyten die vereenichde provintien, sonder consent van de staten ofte ammeraeltijt, daer se horen. Oock is desen dach dat buytenlandse gelt afgesetGa naar voetnoot(3). Den 23. Meert een nieu gebot weder gedaen, over die nieu geplanteGa naar margenoot+ boomen, soo wie een weet aan te brengen in 't heymelijck ofte openbaer, die sal tot vereeringe | |
[pagina 68]
| |
crygen 50 gulden, dewelcke schade gedaen mochte hebben aen dese boomen om de stadtGa naar margenoot+ Wtrecht. Den 4. May is afgelesen, dat men de stadt van Wtrecht schoon sal maecken alle weegen ende straeten ende bruggen, soo buyten als binnen, op de boete van 10 gulden,Ga naar margenoot+ tegen 's middaechs den 6. May, op donnerdach, tegen die comste van den paltsgraven ende 's conincks dochterGa naar voetnoot(1) ende ander heeren. Ende dese paltsgrave is gecomen, op saturdach nademiddachGa naar margenoot+ den 8. May, de Katrynepoort in, ende die soldaten op Vreborch in bataille staende met die ruytery ende 15 stucken geschut, op de wal 4 ofte 5 mael afschoten ende omtrent 40 camersGa naar voetnoot(2) op het bolwerck, achter de Mariekerck, die oock afgingen; ende doen is hy met de heeren door die stadt gegaen, ende in den Dom gaen kijcken, die gewassen word, ende doen is hy weder naer den Duytschenhuys gegaen, ende 's avonts hebben alle die klocken geluydt in de stadt beyde cleyn ende groot, tot een teecken van triumphe, ende oock geschotenGa naar margenoot+ met die stucken in den morgenstont. Den 9. May op sondach omtrent 5 uren is hy weder vertogen naer Arnhem, die Wittevrouwenpoort wt, ende doen weder geschoten met de camers ende geschut. Ga naar margenoot+ Omtrent den 10. May is Jan Both in de Ballemaeckersstraet wonende, sijnde ontfanger der staten, op Hasenberch gebracht, daer groote foute in is bevonden, meer als over die 100,000 guldens aen die staten ende stadt. Ga naar margenoot+ Den 14. May is afgelesen, dat men die adelen ende anderen, die al incomen sullen met des conincks dochter van Bretaenyen, eerlijck sal ontfangen in al de huysen, daer de beletten sijn, ofte noch in souden mogen comen, wat borgers dat het sijn, daer noch beletten souden mogen comen, oock, dat men op tien roeden weechs niet by de poort en mach comen, daer de princes incomen sal, ofte in de Springwech, van de Strooysteech af tot de Gortsteech toe, op 't verbueren van 't opperste cleedt, ende niet by 't geschut op de wal achter den Duytschenhuys, nu gebrocht sijnde, niet binnen de afschutting van dien daer gemaeckt sijnde, die daer bevonden wort tot discretie van den gerechte gestelt te worden, ander totGa naar margenoot+ een exempel. Dit alles in 't lange afgelesen den 14. May 1613, op vrydach. Den 15. dach May, op saturdach nademiddach, is de huysvrouwe des paltsgrave in gecomen de Katrynepoort, met Sijnder Excellentie by haer op de wagen, rydende alle de wagens recht op naer de Nue, daer de soldaten in bataille stonden met de ruytery ende wel verciert, met veltteeckens ende pluymen, ende alle die clocken geluydt der stadt, ende nae den Duytschenhuys gereden, daer al die soldaten ende ruytery voorby quamen trecken, sijnde in alles 19 compagnie, ende doen al die camers ende dat geschut achter den Duytschenhuys afgeschoten. Des morgens, | |
[pagina 69]
| |
op sondach den 16. May, is graeff Maurits, gelogeerd sijnde op Bisschopshoff, ter predicatieGa naar margenoot+ gegaen in den Dom met ander graven ende heeren, daer SpeenhoveGa naar voetnoot(1) leerde wt den lxxii. Psalm, en 's middachs sijn alle die heeren weder ten Duytschenhuys gegaen met de princes van Orange, de grooten ende andere, ende 's nademiddachs is des conincks dochter met graeff Maurits op den Domstoren gegaen, ende oock in den Dom, ende doen voorts gereden met vele coetsen lancks die Nieu Gracht, ende door die stadt van Wtrecht, ende soo voorts na den Duytschenhuys, ende 's avonts al die groff stucken afgeschoten met de camers over haer eten; ende 's maendachs 's morgens is de paltsgravinne vertogen na Rhenen, met alleGa naar margenoot+ den adele, als: graeff Maurits, gelogeert op 't Bisschopshoff, graeff Hendrick, ende graeff Jan op Janskerckhoff, de oude princes d'Orange in de Domsteeg, de graeff van Cuylenborch ende de prins van Portegael op de Nieu gracht, ende corlonel Veer, de ambassadeur van Engelant Winwoldt in 't Katryneclooster, ende voort alle wijnherbergen ende adelshuysen vol geleydt ende beledt, ende de namen op de deuren geschreven, met groote letteren met krijdt; ende op Vreborch omtrent 300 wagens gemonstert die mee togen, om bagagie te voeren van een yeder tot Duysseldorp toe. In 't wttrecken heeft men seer geschoten, als: de camers op dat bolwerck aen de Wittevrouwenpoort, ende al de soldaten ofte muskettiers op wal ende alle geschoten; die 2 vanen ruyters mede gereden op de hey achter de Bilt, ende doen weder gekeert; ende sijn Excellentie heeft met des conincks dochter gejaecht in 't Ameronger bosch by Rhenen. Dit is 't principaelste, dat daervan is gepasseert in Wtrecht desen 15., 16. ende 17. May 1613Ga naar voetnoot(2). Den 18. May is Jan Both's goet alle vercocht met erffhuis, den heelen dach door.Ga naar margenoot+ In desen tijt heeft men buyten de Weertpoort beginnen te malen met 2 muelens, ende op den 21. Juny met drie muelens, om een kolck te maecken, ende op den 25.Ga naar margenoot+ is de eerste balck geleydt aen die solderinck van de kolck, ende op den 28. den eersteGa naar margenoot+ steen, van blausteen ende roodt, ende is groote moeyte geweest, alwaer Moersbergen ende Jacob Mertense, als oversten borgermeester ende onderschout, steedts by sijn geweest anno 1613, den 27. Juny. Den 22. July op donderdach, is die schuttery voor de vierdeGa naar margenoot+ reyse opgetogen, ende was de derde reyse onder 't beleydt van den seer moethaftygen borgemeester ende colonel Drillenborch. Op desen dach is de mis gestoort in de Jerusalemsclooster van beyde de schouten ende vijf dienaers, daer sy de duer opsloegen met een yseren hamer, waerduer die cloosters sijn aengeslagen van de staten, de acht bagynencloostersGa naar voetnoot(3). Den 8. Augusty is de eerste schuyt door die nieu kolck gevaren buyten dieGa naar margenoot+ | |
[pagina 70]
| |
Ga naar margenoot+ Weertpoort. Den 23. Augusty sijn alle die soldaten gemonstert, 17 te veet en 2 te peert. Oock is colonel Sissel op Bisschopshoff komen wonen, om tyding te verwachten ende tusschen den coninck ende den palts als corant te wesen. Den 12. September is OldenGa naar margenoot+ Bernevelt in 't Katryneclooster ten eten geweest, doch daerna tot den commandeur Ogley ende tot den schout, ende is oock op den 17. September die Katrynepoort ingecomen, alwaer op Vredenborch stonden 6 vendelen Engelschen ende Schotten, ende 2 vanen ruytery aen elcken syde, ende comende op de Nuede daer stonden 8 vendelen Duytschen ende Engelschen, ende op de Gansmarckt 3 vendelen Francoisen, ende doen is Johan den Olden Bernevelt ten bancket gegaen tot cornel Sissel op den Bisschopshoff, met Ogley ende ander heeren. In de maent October is die wet versetGa naar voetnoot(1), als die borgermeesters Moersbergen ende Drillenborch, in wiens plaetse sijn comen Rysenborch ende Dirck de Gooyer, Ledenborch's swager schepen,Ga naar margenoot+ ende anderen. Den 8. October op vrydach 's middachs is Vincent DrillenborchGa naar voetnoot(2) ontboden, rentmeester van de Pauwelsabdy, in de statencamer te comen, ende van daer nae Hasenborch gebrocht ende vastgeset, ter cause van eenige boucksken, die hy wt heeft laten gaen, ende gedruckt by Abraham Herwijck aen de Buerkerck, die in boete is geslegen van hondert ende | |
[pagina 71]
| |
tachtentich gouden realen ende al d'exemplaren prijs, ende in de statencamer gebrocht ende wederom doen halen, doen men wiste, dat die waren buyten die stadt ofte binnen, ende is genaemt de Weckwyser. Den 23. October is in de vierschaere in 't stadhuys afgelesen alleGa naar margenoot+ die geconfisceerde goederen van dese wtlantsche borgers als Claes de Gooyer, de Mandemaecker, de Boer ende andere meer. In dese tijt heeft men dat Nachtegaelsteegken buyten die Witvrouwenpoort gepoot met boomen. Den 28. October weder alle die soldaton gemonstert.Ga naar margenoot+ Den 5. November is een gebodt van 't stadthuys afgelesenGa naar voetnoot(1) van de jonckheydt, datGa naar margenoot+ sy niet meer binnen de stads mueren, ofte op de Nue ofte staetsplaetse moeten spelen met kolven, kaetsen, knickers, bickels, penningen, kaerten ofte stocken, ende men steenen te stormen, ofte met vloecken ende sweren, qualijck spreken, ofte in de kercke onder de predicatie met keersbranden, ofte aen de kronen, kistwerck ofte op kerckhoven eenige moedwilligheydt bedryven ofte aenveerden, in wat maniere dit sy, ende die daer by staen ende behagen in hebben, sal oock daervoor gehouden werden, ende een yeder van dien, out ofte jonck, hy ofte sy, sal verbueren 6 karolus gulden, ende noch op Hasenborch geset te worden tot water ende broodt, ende sullen de voorschreven boete van 6 gulden, die ouders voor haer kinderen, ende de meester voor haer werckinderen moeten betalen, ende dat aen den behuerder, die dat doet ter plaetse, daer hy yemant vint; op dat alles in Gods gemeente ende in die Christelijcke religie mach toe gaen tot sijns naems eere ende onse welvaert; gedaen by clockluydinge den 5. November 1613. Den 12. November die weet laten doen aen alle dieGa naar margenoot+ schouten in de stadt, dat sy die vreemdelingen in haer buerten moeten aenbrengen, op die boete van 3 gulden, tegen maendach den 15. NovemberGa naar voetnoot(2). Den 13. November een generalenGa naar margenoot+ danck- ende biddach gehouden door alle die provincien. Den 25. November is in dieGa naar margenoot+ statencamer in presentie van alle die heeren ende staten in 't openbaer gebannen Vincent van Drillenborch wt die stadt, steden ende landen van Wtrecht sijn leven lanck, op donderdach 's middachs ten elf uren, als hy hadde geseten 7 weken min eenen dach, maer geen tijt gelesen, wanneer hy moet vertrecken. Maer hy is wt de stadt gegaen op Saturdach voormiddach den 27. November 1613, om 10 uren. In dese tijt is een sprake gegaen, datGa naar margenoot+ Moersbergen goet in Vrieslant is aengeslegen tegen Kanter's goet, om hem dat weder te geven, | |
[pagina 72]
| |
Ga naar margenoot+ want hy tot Leeuwaerden woonachtig is. De tijt sal leeren. Den 15. December is graeff Willem van Nassou, stadhouder van Vrieslant, in Wtrecht gecomen, in den Hulck gelogeert,Ga naar margenoot+ comende wt den Haghe; den 16. weder vertogen nae Overyssel ende Vrieslant. In desen tijt is afgelesenGa naar voetnoot(1), dat die soldaten niet buyten die stadspalen mogen gaen visschen ofte vogelen vangen ofte schieten, ofte eenig dierte op ofte onder de eerde, op lijfstraffe, van wegen deGa naar margenoot+ staten afgepubliceert ende op die poorten gesetGa naar voetnoot(2). Den 29. December weder alle gemonstert. Eynde des jaers anno 1613. |
|