gaat goed, het gaat best met die John. Neel is heel tevreden over hem. Het zal niet lang meer duren en dan gaat de jongen weer naar huis. Misschien morgen al, of anders overmorgen. Even zucht Neel, als ze denkt aan de gezellige avonden, samen met John en de buren, die telkens naar hem kwamen kijken. Maar dan gaat ze weer vlug aan het werk. Ze heeft nog veel te doen voor het feest van morgen. En een feest zal het zijn, niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de grote mensen. Neel lacht zacht en haar ogen beginnen te glimmen. Ja ja, zeker is er veel goeds op komst. Daarin kan zij zich niet vergissen!
Achter op het erf bij Bakker wordt ook hard gewerkt. De koepel wordt schoongemaakt, alsof het een mooie dag in het voorjaar was, want hij moet gebruikt worden. Geertje haalt een emmer verse sneeuw en Bet schrobt net zolang, tot je wel van de vloer kunt eten, want schoon moet hij zijn voor de hoge gasten, die zullen komen.
Trijntje en Geert maken de stoel schoon en ook Kees komt een handje helpen. Vrouw Bakker kan tevreden zijn, er wordt daar hard en goed gewerkt. Nu, zelf zit ze ook niet stil. Er is zo veel te regelen voor de wedstrijd. Dat zal zij samen met meester doen. Zij voor de meisjes en meester voor de jongens. De prijzen heeft mevrouw Ten Kate al gebracht. Ze liggen veilig opgeborgen in de la van de kast in de pronkkamer. Wie zullen die prijzen winnen? Als het weer nu maar zo blijft en als het maar niet gaat waaien, want wind kunnen ze met de wedstrijd niet gebruiken, evenmin als regen of sneeuw.
Maar de wind steekt niet op en er komt geen sneeuw of regen. Het oude jaar gaat heen, stralend en wel, en het nieuwe begint al even mooi. Dat belooft veel goeds.
Al vroeg in de morgen worden de vlaggen uitgestoken. Langs de baan, langs de Erven en het Havenrak, overal wapperen de vlaggen, ja zelfs van de koepel van het erf van Bakker. De kinderen zijn niet meer thuis te houden en nog lang voordat de wedstrijd begint, zwieren ze over het ijs in hun beste zondagse kleren. Daar gaan ze, Trijntje, Sientje en Dientje, Arie, Jan en Kees en Piet. Alle jongens en meisjes van Broek die rijden kunnen, zijn nu op