‘Slapen, slapen en nog eens slapen... Niet een dag, niet twee dagen, maar een paar weken lang. Misschien, misschien ... dat John dan nog juist voor het nieuwe jaar weer beter zal zijn.’
Die ouwe Neel heeft het toch wel goed gezien!
Als die deftige dokter haar dat vertelt, kijkt ze niet onvriendelijk meer. Er komt zelfs iets van een glimlach op haar oude gezicht!
‘Hij blijft dus hier,’ zegt ze, terwijl ze tevreden knikt.
Mevrouw Ten Kate kijkt de dokter vragend aan.
‘Kan hij niet heel voorzichtig naar Amsterdam vervoerd worden?’ vraagt ze aarzelend. Maar ze weet het antwoord al meteen. ‘Hij ligt hier best,’ zegt de dokter. ‘En aan een goede verzorging zal het hem zeker niet ontbreken!’ Daarbij knikt hij Neel vriendelijk toe.
Nu breekt de zon helemaal door en de koffiepot komt op tafel! En bij een lekkere warme dronk wordt rustig besproken wat er nu verder gebeuren gaat.
Ook Hannes zit er nog even bij. Hij is erg tevreden en drinkt met grote slokken zijn kommetje leeg. Dan staat hij op. Hij is hier nu niet meer nodig. Wat aarzelend steekt hij mevrouw Ten Kate een hand toe.
‘Mag ik John nog wel eens opzoeken?’ vraagt hij dan.
‘Natuurlijk, m'n jongen,’ zegt zij vriendelijk. ‘Dat zal hij heel plezierig vinden. En jij hoort nog wel meer van me. Is je moeder thuis?’
Verbaasd kijkt Hannes haar aan. Ja, vanzelf is zijn moeder thuis, want vader is immers... Maar dat kan mevrouw niet allemaal weten.
Maar mevrouw Ten Kate weet het allemaal wel. Neel heeft haar de vorige avond alles verteld over het ongeluk van vader Brinker. Daarna is mevrouw nog even naar meester gegaan en die heeft haar nog meer verteld en niet alleen over het ongeluk, maar vooral over Hannes zelf! Hannes, die niet alleen flink is en van aanpakken weet, maar die nog knap is bovendien.
‘Hij zou een goede meester kunnen worden,’ heeft de oude meester gezegd. ‘Maar daar zal wel niets van kunnen komen, want hij