Wan monki fri. Bevrijding en strijd
(1969)–R. Dobru– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |
gi Sranan, di mi lobi
moro alasani di de na grontapoe
mi abi wan monki ken
soema wani kan kon soigi
a sa feni soekroe
watra
fri.
| |
[pagina 6]
| |
[pagina 7]
| |
Het jaar: 1969. Er is iemand gevallen, so biemmmm....! Ik zit in de echo te werken. Het was een vrije val. Ik bedoel, hij viel uit eigen vrije wil. Aan de andere kant was het een gedwongen val. Zoiets van: ik ga ze schijnen, en als ze denken dat ik ben gevallen, dan maak ik bullebak voor ze, so beueu......! Johan vertelde eertijds een anansitori: Ertintin, ertintin...... er waren eens twee jongens. Pikinsneki en Pikintodo. Elke dag gingen ze samen spelen. Jowka. Tot op zekere dag papa slang aan kleine slang vroeg, waar hij elke dag zo laat bleef. Ik ga spelen met pikintodo, zei pikinsneki. E e, vroeg vader slang, jongen, weet je niet dat je met de lekkerste maaltijd die je kan vinden zit te spelen? Domoor! Maar dezelfde avond vroeg ook vader kikvors aan zijn zoon, wat hij zo al uithaalt, dat hij zo laat thuiskomt. Ach, zei die, ik speel een beetje met mijn vriend pikinsneki. Ben je gek geworden jongen, schrok papatodo, weet je niet dat je al die tijd met je leven speelde; slangen eten kikvorsen op! Dus ging pikintodo de volgende dag niet uit spelen. Hij zat aan het venster. Pikinsneki wandelde zogenaamd toevallig langs en vroeg: Kom je vandaag niet spelen? Gwe, zei pikintodo, bigisma de na mi oso toe jèrè! Stel je voor dat ik alleen grote mensen thuis zou hebben. A schijn no teki. Begin 1969. Ik heb inspiratie. Ik wil een groot werk scheppen. Ik heb niet veel tijd. Hoogstens zes maanden. Over zes maanden zijn er weer verkiezingen. Verkiezingen. Johan mag niet terugkomen. In geen geval. Tijdens de verkiezingen zal ik geen tijd hebben om aan mijn projekt te werken. Projekt. Ook zo'n woord. Jarikaba-projekt, Santoboma-projekt, Torarika, Stondansi. Wat projekt. Dit wordt een groot projekt. Eigenlijk weet ik niet of ik er nu reeds aan mag werken. Misschien moet ik nog een beetje wachten. Misschien ben ik nog niet rijp genoeg om het uit te voeren, het te volbrengen. Dat wil zeggen, ik weet niet of ik nu | |
[pagina 8]
| |
wel genoeg afstand heb tot het probleem. Probleem. Alles in dit land is een probleem: het probleem van de volkshuisvesting, het probleem van de werkloosheid, het probleem...... onze regeringen gaan dan met gekruiste armen en benen voor zo'n probleem zitten en er gebeurt niets. Kijk, mijn projekt is schrijven; schrijvende getuigen van een jongeman - in een laat-koloniale samenleving - die bezig is zich te ontworstelen aan het kolonialisme. Eigenlijk moet het een soort autobiografie, een bekendtenis worden. Ik ben namelijk dit jaar precies tien jaar in de politiek ik noem dat in de revolutie. Een jubileum dus. Tweede lustrum. Mijn jubileum en Johan vallen samen, zijn samengevallen, begin 1969. Een geschenk? In elk geval geloof ik dat het interessant moet zijn om de bewustwording, de bevrijding van een jongeman in een maatschappij als de onze te volgen. Zijn leven vanaf zijn geboorte. Hup, een boodschap. Terwijl ik dit zit te schrijven, is een grote blauw-bruine vlinder door mijn kamer heen gevlogen. De vlinder, een kapelka, een mooie, een grote, heeft één ronde gemaakt door mijn kamer en is toen het venster uitgevlogen. Ik hoop dat hij een goede boodschap heeft gebracht: Johan komt niet meer. Johan heeft eigenlijk één grote fout gemaakt. Domoor. Hij heeft niets gedaan voor de arbeider in het land. Als deze man op zich had genomen een arbeidersregering te zijn en ook daadwerkelijk iets had gedaan aan de ordening van het land alszodanig. Desnoods had hij alleen gezorgd voor de basiszekerheden voor deze groep, die, sinds Suriname zichzelf kent, uitgebuit wordt. Noem maar op: slavernij, kontraktarbeid en nu de buitenlandskapitalige uitbuiterij. Goed beschouwd is Johan een grote zondaar. Hij is gevallen en komt nooit meer terug in de machtspositie die hij had, of liever gezegd, hij komt nooit meer terug. De zonde is dat hij met de macht die hij heeft gehad, op elk stuk closetpapier een wet kon schrijven, die zonder ge- | |
[pagina 9]
| |
lezen te zijn, door de bende werd aangenomen. Ze zijn toch ja-knikkers. Hij zou dus geen moeite hebben een ordening te maken voor de arbeider. Nu moeten we na een zachte interim-periode, zeker weer een eeuw wachten, voor er weer zo'n kerel wordt gemaakt door het volk. Zak! Maar daarom ook, als Johan deze dingen wèl had gedaan...... ha, dan was hij echt alleen door dood en ziekte van die stoel te halen. Nou ja, hij zou het toch niet kunnen hoor. Hij is zo onwetend. Alles wat hij is geweest, om Meester Henk te citeren, is de slimmerik, de man van de kleine slimmigheden, die geluk heeft gehad dat hij daar was toen het volk een politikus zocht, met wie het zich kon identificeren. Ja, laat mij wat vertellen over die periode. |
|