Repertorium van rederijkerskamers in de Noordelijke Nederlanden 1400-1650
(2004)–Arjan van Dixhoorn–De Eglentierbasisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Eglentier
spelwijze in bron(nen):
de Eglentier (onbekend)
varianten:
zinspreuk:
In liefde bloeyende (ca.1533)
gebruikte code:
AMS1
patroonheilige:
Maria? [vgl. de 'schick van P.C. Hooft in 1613]
vroegste bronvermelding:
1493
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Amsterdam
(stad/dorp/vrijheid): district:
gewest:
Holland
korte geschiedenis
1493 een Amsterdamse kamer was in dat jaar te Mechelen en in 1496 te Antwerpen
1497 Amsterdamse rederijkers vertonen 'batementen en stomme figuren' bij de inkomst van Philips de Schone 1518 een kamer door de raad erkend en een jaargeld toegezegd voor de kamerhuur (RM, 41). 1523 de Amsterdamse rederijkers spelen te Leiden 1526/7 de rederijkers in Amsterdam spelen stukken 'tot confuys, derisie ende bespottinghe van de sacramenten der heyliger kercke ende andere goeden institucien' 1527 rederijkerswedstrijd te Amsterdam 1528 het Hof verbiedt te Haarlem en Amsterdam rederijkersspelen die handelen over 'heylige stoffen' 1533 raad eist controle van alle rederijkersstukken voorafgaand aan openbare opvoeringen 1533 enkele rederijkers veroordeeld omdat ze een stuk niet lieten controleren, en het inderdaad onrust had gewekt 1534 correspondentie over een ketters stuk dat te Amsterdam was gespeeld 1535 de rederijkers spelen een rol in de beroerten die de wederdopers veroorzaakten 1546 te Gouda 1551/3 in deze jaren legt een Amsterdamse rederijker een verzameling door hem afgeschreven rederijkersspelen aan, waaronder een te Amsterdam geschreven spel 'Van ons lieven heeren minnevaer' 1559 9 gl. 18 st.subsidie voor de kamer 1561 subsidie van f.36 voor de grote wedstrijd te Rotterdam 'daer alle die camere van den retroryckers van Hollant vergaderen ende spelen sullen om prijs' 1562-1578 mogelijk schrijft Rutgaert Jansen het spel 'De wortel van Rethoorijka' 1569 tot 1600 Laurens Jacobsz. Reael schrijft verschillende refreinen etc. 1561 ergens vanaf dit jaar tot 1578 werd de kamer gesloten en in 1578 officieel heropend 1578 tot 1610 de kamer geeft nieuwjaarsliederen uit, in deze en volgende jaren tot 1617 bij de oprichting van de Academie, is de kamer zeer actief in het publiceren van werken, van ondermeer Hooft en Bredero 1580 een intern zottenfeest 1580 Amsterdamse rederijkers spelen een rol bij het bezoek van Willem van Oranje 1586 de kamer speelt een rol bij de blijde inkomste van de graaf van Leicester 1590 woont te Haarlem, met de Witte Acoleyen van Leiden de voorstelling bij van 'Een spel van sinnen van Abrahams offerande' 1594 rederijkers werken mee aan de ontvangst van Maurits na de verovering van Groningen 1609 bij het begin van het bestand neemt de kamer deel aan de feestelijkheden, maker van diverse vertoningen was P.C.Hooft. 1610 publicatie van een bundel nieuwjaarsliederen 1613 Bredero schrijft een brief aan een medelid, de glasschilder Visscher waarin hij klaagt over het verval van de kamer 1613 te Haarlem 1613 Hooft wil orde op zaken stellen in de kamer en schrijft een voorstel voor een nieuw reglement dat niet wordt aangenomen 1613 organiseert Hooft vertoningen tgv. de intocht van de dochter van de koning van Engeland, Elizabeth. 1613 protesteert Bredero tegen het optreden van Engelse toneelsspelers, uit naam van de kamer 1614 de dienaren van de doopsgezinde gemeente bekritiseren een lid dat actief is in de rederijkerskamer 1615 getuigenverklaring van enkele rederijkers over opruiende opmerkingen aan het adres van de overheid van een medebroeder 1615 Bredero publiceert een berijmde klacht over het toneelbeleid van de kamer 1615 optreden voor de loterij van het oude mannen- en vrouwenhuis 1616 te Vlaardingen, ontvangt daarvoor subsidie 1617 het conflict in de oude kamer leidt tot de stichting van de Academie 1621 nemen de klachten van de kerkenraad over de camerspelen sterk toe, maar omdat vooral Coster zeer actief is troffen deze klachten vooral de Academie 1623 de oude kamer herstelt blijkbaar van het conflict en herneemt de activiteiten met de publicatie van refreinbundels, opvoering en publicatie van stukken 1624 op het feest van het Wit lavendel 1629 te Haarlem 1632 de Amsterdamse burgemeesters besluiten tot een fusie van de oude kamer en de Academie documenten
reglementen:
ledenlijsten:
Voor leden: Retoricaal Memoriaal.
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
Zie voor de zestiende eeuw: Ellebroek-Fortuin 1937.
Retoricaal Memoriaal. historische nota's:
andere nota's:
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Retoricaal Memoriaal.
naar bibliografie |
|