basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Witte Ackoleyen
spelwijze in bron(nen):
De Witte Ackoleyen
varianten:
zinspreuk:
Liefde is tfondament
gebruikte code:
LEI1
patroonheilige:
H. Blasius
vroegste bronvermelding:
1493
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Leiden
(stad/dorp/vrijheid):
district:
gewest:
Holland
korte geschiedenis
Volgens Wijnbeek, zie MMV 224/25, zouden de kamers van Gouda, Vlaardingen en Rotterdam te Leiden gedoopt zijn. Zou dat kloppen, dan moet de Leidse kamer voor 1484 hebben bestaan, aangezien in dat jaar de Rotterdamse in Leiden op bezoek kwam! Heeft de doop dan in dat jaar plaatsgevonden?
1494 de 'gesellen van den retorique binnen Leyden' organiseren een wedstrijd waar Vlaamse, Brabantse en Hollandse kamers zijn genodigd en krijgen daartoe subsidie van de raad
1494/1496 subsidie bij verschillende gelegenheden
1498 op 17 mei ontvangt de kamer octrooi.
1507 betaald 'de gesellen van de rethorique tot hulpe van den costen'
1507 te 's Gravenhage 'aldaer vele cameren van de rethorique vergaert sullen wesen'
1515 'die gesellen van de retorycke van dat zy die historie van Davidt ende Abigail in stomme personaigen uytgebracht hebben'
1523 de rederijkers treden op ommegangsdag op met die van 's Gravenhage
1527 subsidie
1529 de rederijkers van de oude kamer ontvangen subsidie voor hun reis naar Haarlem
1529 de rederijkers van Leiden en Gouda wordt verboden spelen op te voeren 'mentie maeckende van de heylige stoffen'
1530 de Leidse rederijkers verklaren dat zij met de andere Hollandse kamers 'uyt verscheyden steden' een overeenkomst hebben gesloten om jaarlijks in een van de steden bijeen te komen. De plaats van samenkomst wordt aangewezen door het lot en dat viel voor dat jaar op Leiden. De raad staat de samenkomst toe.
1533 op verzoek van de minderbroeders verboden?
1539 subsidie en uitgenodigd te Gent, maar niet gegaan
1546 van plan deel te nemen te Gouda
1548 wedstrijd te Dordrecht
1554/55/56/57/59/60 subsidies voor optreden tijdens een maaltijd van de schepenen en de ommegang
1561 te Rotterdam
1561 de raad bepaalt het aantal kamerleden en eist dat hun namen vastgelegd worden door de stadssecretaris en dat de raad de nieuwe benoemt; hetzelfde jaar maakt de kamer een inventaris op tgv. het samengaan met Het geneucht is 't al.
1562 te Noordwijk, na afloop spelen Dordrecht, Rotterdam, Gouda en Schoonhoven te Leiden een afscheidsspel
1564 Gouda, de inquisiteur Lindanus klaagt na afloop over de inhoud van de spelen van Leiden, Oudewater en Monster
1567 Leidse rederijkers beschuldigd van gesprekken over de godsdienst op hun bijeenkomsten en medeplichtigheid aan de beeldenstorm
1576 De witte akoleyen nemen deel aan een wedstrijd te Kapelle?
1577 interne wedstrijd te Leiden
1578 wedstrijd te Leiden, tgv. viering van het Leids ontzet.
1578 nieuw reglement ivm. officiele heroprichting
1578 de Dordtse synode adviseert 'geestelijke comedien en tragedies door rederijkers' tegen te gaan, maar de Leidse overheid meent dat dit niet de taak van de synode is, die zo wijzer wil wezen dan de kerk van Geneve en vergeten dat de rederijkerij 'geen cleyne vrucht gedaen heeft jegens de papen'
1579 Vanaf 1579 laat de kamer haar spelen goedkeuren door de raad, zonder problemen, en ontvangt ze voor verschillende optredens bijna jaarlijks subsidie (geen vast jaargeld) tot 1640.
1581 te Delft.
1590 kerkenraad vraagt verbod, raad zegt toe te zullen toezien op de inhoud van de stukken, waarmee de kerkenraad tevreden leek
1592 Leidse rederijkers ontboden op de Synode van Zuid-Holland, waar ze werd gevraagd niet langer uit Gods woord te spelen
1593 te Zandvoort
1595 klacht van de kerkenraad ovedr rederijkersspelen en verzoek om verbod, maar raad wijst verzoek af
1596 refreinfeest te Leiden
1597 vanwege een spotdicht wordt de kamer gesloten en een inventaris van haar goederen wordt opgemaakt
1597 de kamer op verzoek weer geopend
1600 verzoek te mogen spelen afgeslagen, maar later dat jaar verzoek ingewilligd. De controle van de raad over de rederijkers blijkt groot.
1606 te Haarlem
1607 de rederijkers een jaargeld als huursubsidie toegekend
1613 feest te Leiden
1613 te Amsterdam en Haarlem
1615 te Kethel
1616 te Leiderdorp
1622 te Warmond
1624 te Amsterdam
1629 te Haarlem
1641 te Vlissingen
1647 klacht van de kerkenraad over rederijkersspelen
1649 nieuwe ordonnantie voor de drie kamers
Tot 1640 jaarlijkse subsidies. De kamer speelt jaarlijks het spel van het Leids ontzet en treed geregeld op tijdens schepenmaaltijden.
documenten
reglementen:
GA Leiden, secr.arch.I, inv.no.42 (register diversorum 1575-1578 AB) f.139-140v (1-10-1578) reglement voor de kamer.
GA Leiden, Secr.Arch.I, inv.no.69 Gerechtsdagboek AA, f.80v en 81, 16 oktober 1649. Voorlopig reglement voor de drie kamers.
ledenlijsten:
Ledenlijsten in GA Leiden, inventaris gilden etc. inv.no.1467/8ev. En GA Leiden, secret. Arch. I. inv.no.390 (memoriaalboek) 1561. Benoeming van nieuwe gildebroeders door de raad en aanvragen lidmaatschap in dicht.
rekeningen:
Rekening bij bezoek van prins Maurits in 1594, bij Van Boheemen en Van der Heijden.
Rekening bij refrein- en loterijfeest in 1596, bij Van Boheemen en Van der Heijden.
inventarissen:
GA Leiden, Inventaris Gilden etc. inv.no. 1467, Inventaris van alsulcke guederen thoebehoorende den broeders van de Genuecht is 't Al. Dan waarschijnlijk al onder de naam Witte Acoleyen.
GA Leiden, Arch.Gilden etc. inv.no.1472 (16 september 1597) Inventaris van de goederen van de rederijkerskamer de Witte Acoleyen.
processtukken:
GA Leiden, Secr.Arch. I, inv.no.48, Gerechtsdagboek D.1597 f.226 en 230. Rekesten van de kamer om heropening.
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
Rederijkersgedicht van Joris Pietersz, Const Bemin Ick, 1528. KB Den Haag, sign. 71 J27. Ingebonden bij het esbatement op de vraag van Dordrecht.
Joris Pietersz, Liedeken gemaeckt in den jare 1531 op 't verbieden van de camer van retorica deur versouck van de minnebroeders, GA Leiden, archieven der gilden etc. inv.no.1473 f.19 en 20.
Een esbatement gemaeckt tho Leyen van de camer der Acoleyen up die vraege van Dordrecht Wie voirmaels waeren de victorioste verheven welcker wercken noch blijcken int leven. Leijen. Lanck 653 regulen. KB Den Haag, sign. 71 J27 en 72 F47. Zie Hummelen 1 D 15.
Cornelis Meesz. van Hout, Esbattement van sMensen Sin en Verganckelijcke Schoonheit. Ed.1967.
Rotterdam 1561, zie Hummelen 1968, 3 D6 en een refrien van Leiden in : Een nieu refereyn boeck vol amoureuse ende sotte ofte boertelijcke refereynen, Amsterdam, 1590, 45/6. Bibliothek Wolfenbuttel.
GA Leiden, archieven der Gilden etc. inv.no. 1473/4. Boeken met rederijkersliedjes bij allerlei gelegenheden.
Den lusthof, Leiden, 1596.
Cort Verhael, Leiden, 1596.
Jan van Hout, Refrein, 1596. GA Leiden, bibl.no. 72415.
Referein op de heerlicke ende triumphante Lotery der stadt Leiden 1596. GA Leiden bibl.no. 72416.
Ruijt bewerp van een speeltgen diendende tot verwellecominge van de cameren der rederijkers 1596. GA Leiden bibl.no. 72413. Hummelen 1968, 2 13a.
Rotterdam 1598.
Een batementspel dat in Spangien binnen Madrid gespeelt is; Een taefelspel van drie personagien. GA Leiden, bibl.no. 72422. Hummelen 1968, 1 P17.
Const-riick beroep ofte antwoord op de kaerte uytgesonden bij de Hollantsche camer binnen Leijden, Leiden, 1614.
Negenthien refereynen, Leiden, 1614.
Amsterdam 1613.
Haarlem 1613.
Gedicht op de overvloedige visvangst. Ed. Orlers 1641 I, 17/8.
Kethel 1615.
Leiderdorp 1616.
Amsterdam 1624.
Haarlem 1629.
Gedicht over de 'grote treffelicke victorie de Gro.Mo.Heeren Staten van de geunieerde Nederlanden verleent, Leiden, 1631.
Noordwijk 1638.
Vlissings-redens-lusthof, Vlissinge, 1641.
historische nota's:
andere nota's:
Wijnbeek, Korte schets van de aloude rederijkerskamer De Witte Acoleyen te Leiden. Z.j. Ms. KB Den Haag, sign. 72 F47.
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Retoricaal Memoriaal.
naar bibliografie