ooit-of-te-immer het minste of geringste van gehoord? De titel bijvoorbeeld?
Nog sterker: ik voel er veel voor, om bij deze gelegenheid - in alle ernst - een prijsvraag uit te schrijven, een prijsvraag met.... bekroningen!
Zie, hiér is dezelve!
Wie van de lezers, de lezeressen, weet de titel nog van mijn eerste boek? Wie.... heeft het gelezen?
Ai, ik bid U, haal mijn boek s.v.p. uit de diepe put der vergetelheid!!
Degenen, die mij de titel en.... iets van de inhoud kunnen opgeven, zal ik in de een of andere.... serieuze vorm, een bewijs van mijn erkentelijkheid verstrekken. Mijn adres is: Alie van Wijhe-Smeding, Venediën 7, Purmerend.
Ja, werkelijk waar, het ìs mij èrnst!
* * *
Tot het schrijven van mijn eerste boek ben ik gekomen door - de stilte.
Zeker, het was destijds dood-stil in mijn leven. Mijn leven was destijds ‘vel over been.’ En ik wou voor mijzelf en voor andere ‘magere’ levens iets schrijven, dat troost, warmte en bevrediging zou schenken.
De zon scheen, de zoele winden aaiden langs groene dreven en weidsche bloemenvelden - ìk schreef. De lente werd wakker, de zomer sliep in - ìk schreef.
Ik schreef over een goed oud visschertje, over zijn geloof, zijn gezin, ‘zijn’ zee. Zonen en dochteren moest hij hebben, en hij gewon dezelve.
Aan een van deze dochteren haperde echter iets! Zij werd - door een zeer dogmatische weegschaal - gewogen en ‘te licht’ bevonden, en zij dreef met troost, warmte en bevrediging, naar de put der vergetelheid toe!
* * *