32 Paul Vincent,
Een briefwisseling met Gerard Reve (1980-1988)
GERARD REVE
'La Grâce, Le Poët-Laval
26160 La Bégude de Mazenc, France
8th October 1980.
Dear Mr Vincent,
They are only thoughts, phantasies [sic], etc., and I doubt it whether I will ever be translated in English during my life.Ga naar voetnoot98 I am not ‘social’, not ‘in’, I know nobody, but I do have a considerable number of enemies. That StichtingGa naar voetnoot99 has a remarkable taste for second rate and trivial stuff. And I am a [sic] R.C., a homosexual, a psychopath, etc. However, my Dutch publishers (Elsevier Nederland) are willing to find an English publisher for me. If they succeed, and if the Stichting (Wim Hazeu, of E.N., maintains that that they, the Stichting, assured him that they would financially support such a project) is willing to pay the translator his fee, would you then be prepared to do the translation? By the way: your Dutch is impeccable, but you should be aware of pollution of the language, especially in the Dutch press. There is also a tendency towards the congenial and colloquial, and a fear of being ‘too difficult’. (In reality it is a fear of being clear and of expressing what one is meaning to say - small wonder, because often nothing is being said at all.)
You write, in your letter 21.1.1980, line 9, hou ik. That is Dutch spoken. Only Marxists, zen people, feminists etc. write it. Written, it is and should be: houd ik. I will try and give you, zodra mijn kop er naar staat, a list of modern imbecilities in Dutch. Postuum instead of posthuum, for instance. It is not a Greek thèta, but a t and an h, like in posthoorn, ophaalbrug, etc. Please never write helemaaal when you mean geheel, or vrijen when a thing like paren is meant. But, alas, there is no Dutch paper or weekly that writes as a human and intelligent being.
I hope to be allowed to meet you soon. I can come to London, as Londense vriend P. (Op weg)Ga naar voetnoot100 owns a whole house there, in Camden Town.
]Ga naar voetnoot101 In the meantime I remain, with best wishes for your work and health,
Your obedient servant
Gerard Reve
Mijn briefwisseling met de grote volksschrijver bevat behalve de bovenstaande nog een veertiental brieven van zijn kant, alsmede twee met de hand geschreven gedichten en een aantal geschonken handschriften.Ga naar voetnoot102 Onze schriftelijke relatie stond grotendeels in het teken van het vertalen en doen publiceren in het Engels van werk van Gerard Reve.
In eerste instantie liep het contact via mijn toenmalige chef, hoofd van het Nederlands Instituut, Bedford College, Universiteit van Londen, wijlen Reinder P. Meijer, die al in 1979 contact met de schrijver had opgenomen in verband met een mogelijke hervertaling van het verhaal ‘Een lezing op het land’, die bestemd zou zijn voor een - helaas nooit gepubliceerde - bloemlezing Nederlands proza. In Reves reactie op Meijer z'n verzoekGa naar voetnoot103 komen een aantal vertrouwde thema's aan bod. Om maar twee te noemen: a. het doorgaans lage niveau van de meeste would-be vertalers van zijn werk; b. de vereiste creativiteit bij de vertolker van zijn boeken: ‘... de vertaler dient zelf een bepaald scheppend vermogen te hebben: een schrijver of dichter, die zelf desnoods geen toegang heeft tot een eigen bron, maar die door het werk van een ander geïnspireerd wordt. Dat komt zelden voor.’
In aansluiting op deze briefwisseling heb ik vervolgens (op 21 januari 1980) toestemming gevraagd voor publicatie van een bescheiden keuze uit het Reviaanse oeuvre in het tijdschrift Dutch Crossing.Ga naar voetnoot104 Bovenstaande reactie van de schrijver laat op zijn beurt weer allerlei bekende kanten van zijn auteurspersona zien. Het licht paranoïde vermoeden dat hij uit alle hoeken wordt tegengewerkt, de belerende toon die wordt aangeslagen ten opzichte van de vermeende verloedering van het geschreven Nederlands - waar de geadresseerde in het voorbijgaan ook nog een veeg uit de pan krijgt, enzovoort. Anderzijds valt de hartelijke bejegening van een wildvreemde niet te ontkennen, al wordt de pedagogische toon ook in Reves volgende brieven volgehouden.Ga naar voetnoot105
Tegenover een uitnodiging mijnerzijds om uit zijn werk te komen voorlezen op Bedford College stond de schrijver eerst nogal huiverig. Maar op 11 maart 1981 is het eindelijk gelukt. Het werd een boeiende avond vol zwaarmoedige humor en tragicomiek, van slagvaardige en soms orakelachtige antwoorden. Naar afloop kreeg onze illustere gast als beloning o.a. een mooie vilthoed gepresenteerd.Ga naar voetnoot106
Naar aanleiding van onze inmiddels vriendelijke relatie ben ik me gedurende de volgende zes, zeven jaar vrij intensief gaan inzetten voor het promoten en vertalen van Reves werk. Een versie van De avonden die ik intussen in concept klaar had liggen heb ik gereviseerd en aan de schrijver ter commentaar opgestuurd. Hij reageerde (op 29 januari 1987) in eerste instantie lovend:
Ik heb het slechts vluchtig kunnen doornemen, maar ik heb de indruk dat je mijn absurdistisch-precieze stijl heel aardig hebt overgebracht. Ik schoot bij veel plaatsen in de lach, en dat is geen slecht teken. Ik dacht dat de geest van mijn boek in jouw vertaling goed overkomt.
Aangemoedigd door deze positieve woorden, heb ik o.a contact gezocht met de Londense uitgever John Calder en met de gezaghebbende filmcriticus van de New Yorker, Pauline Kael, die erg te spreken was over de film De vierde man.Ga naar voetnoot107 Kael heeft mij doorverwezen naar de Californische Crossing Press. Verder heb ik Reves werk - en vooral De avonden - aangeprezen bij Uitgeverij Quartet te Londen die al klassiekers als Vestdijk en Emants in haar fonds had staan. Quartet stond in het begin beslist positief ten opzichte van zo'n uitgeefproject, maar de onderhandelingen zijn uiteindelijk gestrand op financiële bezwaren, misverstanden en een zogeheten ‘moeilijke houding’ van de zijde van de auteur.Ga naar voetnoot108
Na laatstgemoemd debacle is de briefwisseling van lieverlede opgehouden. Hoe teleurstellend de afloop van ons contact in practisch opzicht ook was, ik heb er toch heel wat positieve emoties aan overgehouden. Allereerst was er de stimulans van deze geniale geest en virtuoos in het brieven schrijven. In persoon kon het theatrale van zijn gedrag soms vermoeiend werken. Zo verzuchtte ik na afloop van een bezoek aan Harwich - op 15 december 1980 -in mijn aantekeningen: ‘this was the non-stop Reve Show’.
Op papier lijken zijn brieven vaak vingeroefeningen, soms wekken zij zelfs de indruk dat alle aangehaalde figuren, feiten en gebeurtenissen gruis zijn op een onverzadigbare, mythologiserende, ironiserende literaire molen.
Niet voor niets heeft Gerard Reve destijds - d.w.z. na Werther Nieland en vóór Nader tot U - de briefvorm aangegrepen als probaat middel tegen een - mede door zijn perfectionisme veroorzaakte - writer's block.
Lieve Marita
Mocht ik ooit op het idee komen deze briefwisseling integraal uit te geven, dan mag je ervan uitgaan dat ik bij jou, als tekstverzorgster van brieven bij uitstek, als eerste om raad kom aankloppen. Ik weet trouwens bij ondervinding dat ik dan stipt en deskundig van antwoord gediend word.
Waarschijnlijker lijkt mij dat ik de boel afsta aan de verzorger(s) van de volledige brievenuitgave die er vroeg of laat wel moet komen.
Ik hoop dat je iets aan deze literair-historische kantekeningen hebt: over ironie en de ‘reactionaire’ houding van Reve had ik uiteraard eindeloos kunnen uitweiden, maar vooral voor een Mulisch-kenner als jij was dat allemaal oude koek geweest.
Tot slot wens ik je nog vele actieve, productieve en gelukkige jaren. Jij staat ons allemaal tot voorbeeld: je bent op en top ‘a scholar's scholar’, zoals wij dat in het Engels zeggen.
Hartelijk
Paul