| |
| |
| |
Bibliografie
Abrams, M.H. (1953), The mirror and the lamp; romantic theory- and the critical tradition. London; Oxford; New York: Oxford University Press. |
Akker, W.J. van den (1985), Een dichter schreit niet, Aspecten van M. Nijhoffs versexterne poëtica, 2 dln. Utrecht: Veen. |
Akker, W.J. van den (1993), ‘15 december 1931: E. du Perron en M. Nijhoff gaan op de vuist - Vorm of Vent’. In: Nederlandse Literatuur, een geschiedenis, Groningen: Nijhoff. pp. 642-647. |
Akker, W.J. van den en G.J. Dorleijn (1985), ‘Stemmen uit de redactie; een documentaire over het redactiebeleid van De gids tussen 1916 en 1926’. In: Traditie en vernieuwing. Opstellen aangeboden aan A.L. Sötemann. Utrecht; Antwerpen: Veen. |
Akker, W.J. van den en G.J. Dorleijn (1991), ‘Poetica en literatuurgeschiedschrijving’. In: De nieuwe taalgids, jrg. 84, nr. 6, pp. 508-526. |
Akker, W.J. van den en G.J. Dorleijn (1993), ‘1923: A. Roland Holst probeert de jonge generatie onder te brengen in “De gids” - Moderne schrijvers op zoek naar een podium’. In: Neder-land-se Literatuur, een geschiedenis, Groningen: Nijhoff. pp. 610-614. |
Anbeek, Ton (1986), Na de oorlog. De Nederlandse roman 1945-1960. Amsterdam: Arbeiderspers. |
Anbeek, Ton (1990), Geschiedenis van de Nederlandse literatuur tussen 1885 en 1985. Amsterdam: Arbeiderspers. |
Anbeek, Ton (1993a), ‘14 februari 1891: C.H. den Hertog spreekt voor de Bond van Nederlandse Onderwijzers over “Eline Vere” en “Noodlot”. - De sombere levensvisie van het naturalisme’. In: Nederlandse Literatuur, een geschiedenis, Groningen: Nijhoff. pp. 536-539. |
Anbeek, Ton (1993b), ‘Het raadselachtige proza van Gerard Walschap’, In: Literatuur, jrg. 10, nr. 3, mei-juni, pp. 154-160. |
Anten, Hans (1993), ‘Juli 1935: Dirk Coster publiceert zijn artikel “Bint, of de kroning der schoften” - Discussie over de al dan niet fascistoïde strekking van Bordewijks roman “Bint”’. In: Nederlandse Literatuur, een geschiedenis. Groningen: Nijhoff. pp. 669-675. |
Bakker, Siem (1986), Literaire tijdschriften van 1885 tot heden. Amsterdam: Arbeiderspers. |
Bastet, Frédéric (1989), Louis Couperus. Een biografie. Amsterdam: Querido. |
Bekkering, Harry (1989), Veroverde traditie. De poëticale opvattingen van S. Vestdijk. Amsterdam: Bezige Bij. |
| |
| |
Bel, Jacqueline (1993), Nederlandse literatuur in het fin de siècle. Een eceptiehistorisch overzicht van het proza tussen 1885 en 1990. Amsterdam: Amsterdam University Press. |
Betlem, Donald (1990), ‘Het losse Been van Willem Elsschot’. In: Het oog in 't zeil, jrg. 8, nr. 1, pp. 1-18. |
Binnendijk, D.A.M. (1930), Prisma. Bloemlezing uit de Nederlandsche poëzie na 1918. Blaricum. |
Braak, Menno ter (1949-1951), Verzameld werk. 7 dln. Amsterdam: Van Oorschot. |
Braak, Menno ter en E. du Perron (1962-1967), Briefwisseling 1930-1940. 4 dln. Amsterdam: Van Oorschot. |
Boef, August Hans den (1991), Musil? Ken ik niet. Ter Braak en Du Perron over modernisten en epigonen. Leiden: Dimensie. |
Booven, Henri van (1933), Leven en werken van Louis Couperus. Velsen: Schuyt. |
Bork, G.J. van (1989), ‘Ten Brink. Idealist of positivist’. In: Literatuur, jrg.6, nr. 6, nov.-dec., pp. 329-332. |
Bork, G.J. van en N. Laan (1986), Twee eeuwen literatuurge-schiedenis. Poëticale opvattingen in de Nederlandse litera-tuur. Groningen: Wolters-Noordhoff. |
Borsboom, A. (1962), Menno ter Braak. Onpersoonlijk nihilisme en nihilistische persoonlijkheid. Utrecht: Reflex. (2e uitg. 1980). |
Bourdieu, Pierre (1980), ‘The production of belief: contribution to an economy of symbolic goods’. In: Media, Culture and Society 2, pp. 261-293. |
Bourdieu, Pierre (1983), ‘The field of cultural production, or: the economic world reversed’. In: Poetics 12, pp. 311-356. |
Bourdieu, Pierre (1989), Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip. Amsterdam: Van Gennep. |
Boven, Erica van (1992), Een hoofdstuk apart. Vrouwenromans in de literaire kritiek 1898-1930. Amsterdam: Sara; Van Gennep. |
Brouwers, Jeroen (1987), ‘Uren bij theelicht’. In: BOK elf. Baarn: Bosch en Keuning, pp. 12-37. |
Bruls, Willem (1990), Menno ter Braak en Thomas Mann. Een literaire vriendschap. Utrecht: Veen. |
Calis, Piet (1989), Het ondergronds verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945. Amsterdam: Meulenhoff. |
| |
| |
Calis, Piet, (1993), Speeltuin van de titaantjes. Schrijvers en tijdschriften tussen 1945 en 1948. Amsterdam: Meulenhoff. |
Carmiggelt, S. (1985), Ontmoetingen met Willem Elsschot. Met brieven en een nagelaten manuscript van Willem Elsschot. Amsterdam: Arbeiderspers. |
Coster, Dirk (1970), Verzamelde werken. Nieuwe geluiden. Een keuze uit de Nederlandse poëzie tussen de twee Wereldoorlogen. (1e dr. 1924). |
Coster, Dirk (1970), Verzamelde werken. Literatuur en leven, kritieken en beschouwingen over buitenlandse literatuur. Leiden: Sijthoff. |
Criterium (1945-1948), Algemeen cultureel maandblad. |
Dijk, Nel van (1988), Menno ter Braak na de oorlog. Bibliografie van secundaire literatuur in Nederlandse literaire tijd-schriften. (ongepubl.). |
Dijk, Nel van (1990), ‘Ter Braak als literairpolitiek strateeg: over de herwaardering van Elsschot’. In: Spektator, jrg. 19, nr. 2, pp. 183-194. |
Dijk, Nel van (1991), ‘Hernieuwde aandacht voor Carry van Bruggen: over de levensduur van een literair oordeel’. In: Literatuur, jrg. 8, nr. 3, mei-juni, pp. 166-172. |
Dijkstra, Katinka (1989), ‘Canonvorming in de literaire commu-nicatie: indicatoren voor de analyse van de literair-kritische canon’. In: Spektator, jrg. 18, nr. 3, pp. 159-168. |
Donker, A. (1930), Fausten en faunen. Beschouwingen over boeken en menschen. Amsterdam: Querido. |
Dorleijn, G.J. (1989), Terug naar de auteur. Over de dichter M. Nijhoff. Baarn: De Prom. |
Dubois, Pierre H. (1985), Het begin en het einde. Over kunst en letteren in Het Vaderland. Nijmegen: Vriendenlust. |
Dupuis, Michel (1993), ‘21 januari 1933: Jan Greshoff en Menno ter Braak op bezoek bij Willem Elsschot - De relaties tussen Noord- en Zuidnederlandse literatuur tijdens het interbellum’. In: Nederlandse Literatuur, een geschiedenis, Groningen: Nijhoff. pp. 648-652. |
Elsschot, Willem (1957), Verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen. |
Elsschot, Willem (1993), Brieven. Verz. en toegel. door Vic van de Reijt m.m.v. Lidewijde Paris. Amsterdam: Querido. |
Endt, Enno (1990), Het festijn van tachtig. De vervulling van heel groote dingen scheen nabij. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar. |
Faassen, Sjoerd van (1978), ‘De wordingsgeschiedenis van ‘Kaas’. Willem Elsschot aan Jan Greshoff ‘1933’. In: Bzzlletin, jrg. 6, nr. 45, april. pp. 50-53. |
| |
| |
Faassen, S.A.J. van (1985), ‘Ik geloof dat Greshoff iemand is die meevalt in het gebruik. Aspecten van de vriendschap tussen E. du Perron en J. Greshoff. In: Bzzlletin, jrg. 13, nr. 125, april, pp. 30-35. |
Fens, Kees (1964), ‘Zoemen en niet noemen’. In: De eigenzinnig-heid van de literatuur: opstellen en kritieken. Amsterdam: Van Oorschot. |
Fens, Kees, (1993a), ‘De plicht de woorden bloot te leggen’. In: De volkskrant, 22 februari. |
Fens, Kees, (1993b), De hele wereld een dansfeest. Rotterdam: Rotterdamse kunststichting. |
Fleuren-van Hal, Dorine (1986), Forum 1931-1935. Leiden: Nijhoff. |
Fokkema, R.L.K. (1979), Het komplot der vijftigers. Een literairhistorische documentaire. Amsterdam: Bezige Bij. |
Forum (1931-1935), Maandschrift voor letteren en kunst. |
Francken, Eep (1992), De draagbare Ter Braak. Amsterdam: Prometheus. |
Galle, Marc (1963), Couperus in de kritiek. Amsterdam: Polak & Van Gennep. |
De gemeenschap 1925-1941 (1986), Schrijversprentenboek 24. Den Haag: Nederlands letterkundig museum en documentatiecentrum. |
De gids sinds 1837 (1987), Schrijversprentenboek 27. Den Haag: Nederlands let-terkun-dig museum en documentatiecen-trum. |
Gillet, Louis (1971), Jan Greshoff. Zijn Poëzie en Poëtiek. Hasselt: Heideland-Orbis. |
Glaudemans, Willem Gerard (1990), De mythe van het tweede hoofd; de literatuuropvattingen van W.F. Hermans, 1945-1964. Utrecht. |
Goedegebuure, Jaap (1981), Op zoek naar een bezield verband. De literaire en maatschappelijke opvattingen van H. Marsman in de context van zijn tijd. 2 dlen. Amsterdam: Van Oorschot. |
Goedegebuure, Jaap, (1984) ‘Ter Braak als enquêteur’. In: Literatuur, jrg 1, nr. 6, nov.-dec., pp. 319-326. |
Goedegebuure J.L. (1987), Romantische tradities in literatuur en literatuurwetenschap. Amsterdam: Arbeiderspers. |
Goedegebuure Jaap en Odile Heynders (1991), ‘Het breekbare ligt open’: een beschouwing over impliciete poeticaliteit en proble-men van interpretatie’. In: De nieuwe taalgids, jrg. 84, nr. 6, pp. 527-538. |
| |
| |
Gomperts, H.A. (1949), Jagen om te leven. Amsterdam: Van Oorschot. |
Gomperts, H.A. (1959), De schok der herkenning. Acht causerieën over de invloed van invloed in de literatuur. Amsterdam: Meulenhoff. |
's-Gravesande, G.H. (1949), ‘Menno ter Braak als journalist’. In: Over Menno ter Braak. Amsterdam: Van Oorschot. |
Greshoff, J. en J. de Vries (1929), Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Arnhem: Hijman, Stenfert Kroese & Van den Zande. (2e dr., 1e dr. 1925) |
Greshoff, J. en A.M. Stols (1990), Beste Sander, Do it now. Briefwisseling. |
J. Greshoff - A.M. Stols, deel 1 1922-1941. Bez. door Salma Chen en S.A.J. van Faassen. Den Haag: Nederlands letterkundig museum en documentatiecentrum. |
Greshoff, J. (1935), Critische vlugschriften. 's-Gravenhage. |
Groot Nederland (1903-1944), Letterkundig Maandschrift. |
Hanssen, Léon (1992), Leven in geleende tijd, over Menno ter Braak. Eibergen: Gemeente Eibergen. |
Henrard, R. (1963), Menno ter Braak in het licht van Friedrich Nietzsche. Hasselt. |
Hermans, W.F. (1962), ‘Het grote medelijden’. In: Randstad, 2 februari, pp. 8-35. Ook opgenomen in: Een wonderkind of een total loss. Amsterdam, 1967. |
Hermans, W.F. (1964), Mandarijnen op zwavelzuur. Groningen: De Mandarijnenpers. |
Heynders, Odile (1991), De verbeelding van betekenis. Vooron-derstellingen en praktijk van deconstructieve lezingen: teksten van Paul Celan en Gerrit Achterberg. Leuven: Garant. |
Hilberdink, Koen (1992), ‘Op zoek naar medestanders: Paul Rodenko 1920-1976’. In: Bzzlletin, jrg. 22, nr. 199, okt. pp. 3-12. |
Jager, Gert de (1992), Argumenten voor canonisering. De vijftigers in de dag- en weekbladkritiek 1949-1959. Utrecht. |
Janssen, Frans A. en Rob Delvigne (1972), Bibliografie van de verspreide publicaties van Willem Frederik Hermans. Amster-dam: Erven Thomas Rap. |
Janssen, Frans A. (1980), ‘Varianten in orde en chaos’. In: Bedriegers en bedrogenen. Opstellen over het werk van Willem Frederik Hermans. Amsterdam: Bezige Bij. |
Janssen, Susanne (1988), ‘Institutional factors influencing the selection made by literary reviewers’. In: Spiel 7-2, pp. 281-291. |
| |
| |
Kets-Vree, A. (red.) (1982), Over Willem Elsschot; beschou-win-gen en interviews. Den Haag: Bzzthôh. |
Kets-Vree, A. (1983), Woord voor woord; theorie en praktijk van de historisch-kritische uitgave van een prozatekst, gedemon-streerd aan ‘Een ongoocheling’ van Willem Elsschot. Utrecht: Hes. |
Knuvelder, G. (1964), Handboek tot de Moderne Nederlandse letterkunde. Den Bosch: Malmberg. (2e dr.). |
Kusters, Wiel (1986), De killer. Over poëzie en poetica van Gerrit Kouwnaar. Amsterdam: Querido. |
Leeuwen, W.L.M.E. van (1951), Rondom Forum. Een tijdsbeeld in documenten uit het werk van J. Slauerhoff, H. Marsman, E. du Perron, Menno ter Braak, S. Vestdijk. Amsterdam: Meulenhoff. |
Leeuwen, W.L.M.E. van (1969), Drie vrienden. Menno ter Braak, H. Marsman en E. du Perron. Studies en herinneringen. Amsterdam: Meulenhoff, (3e dr., 1e dr. 1947). |
Libertinage (1948-1953). Tweemaandelijks tijdschrift. |
Lukkenaer, W.J. (1992), ‘Hertekend beeld: Aanzet tot een historisering van Nijhoffs poëtica’. In: Spekator, jrg. 21, nr. 4, pp. 287-301. |
Marsman, H. (1963), Verzameld werk. Poëzie, proza en critisch proza. Amsterdam: Querido. |
Materman, Barry (1986), Menno ter Braak en het dramaturgisch perspectief. Amsterdam: Sociologisch Instituut UVA. |
Meijer, Daphne (1992), ‘...waar Rembrandt droomde temidden van de oude zangerige Joden...’. In: Het parool, 6 augustus. |
Meulen, Dik van der (1990), E. du Perron. Een korte biografie. Den Haag: SDU. |
Mooijman, W. en L. Mosheuvel (1969), Forum. Brieven, citaten, dokumenten en knipsels, uitgave van het Nederlands letterkundig museum en documentatiecentrum. Den Haag; Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar. |
Mosheuvel, L. (1969), ‘Inleiding’. In: Forum. Brieven, citaten, dokumenten en knipsels, uitgave van het Nederlands letterkundig museum en documentatiecentrum. Den Haag; Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar. pp. 5-28. |
Nijhoff, M. (1982), Verzameld werk II, kritisch en verhalend proza. Amsterdam: Bert Bakker. |
| |
| |
Nooy, Wouter de (1988), ‘Gentlemen of the jury...: The features of experts awarding literary prizes’. In: Poetics 17, pp. 531-545. |
Nooy, Wouter de (1993), Richtingen & Lichtingen. Literaire classificaties, netwerken, instituties. Rotterdam: Universiteitsdrukkerij. |
Oudvorst A.F. van (1980), Menno ter Braak als woordvoerder van de intellectuelen: een literairsociologische benadering. Amsterdam: Huis aan de drie grachten. |
Oudvorst A.F. van (1991), De verbeelding van de intellectuelen, literatuur en maatschappij van Dostojewski tot Ter Braak. Amsterdam: Wereldbibliotheek. |
Oversteegen, J.J. (1969), Vorm of Vent. Opvattingen over de aard van het literaire werk in de Nederlandse kritiek tussen de twee wereldoorlogen. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep. |
Oversteegen, J.J. (1982), Beperkingen. Methodologische recepten en andere vooronderstellingen en vooroordelen in de moderne literatuurwetenschap. Utrecht: Hes. Oversteegen, J.J. (1989), ‘Menno ter Braak: politicus uit noodweer’. In: De volkskrant, 26 mei. |
Oversteegen, J.J. (1993), ‘31 januari 1935: Marnix Gijsen spreekt zijn veto uit over Varangots verhaal “Virginia” - Een Nederlands en een Vlaams Forum’. In: Nederlandse Literatuur, een geschiedenis, Groningen: Nijhoff, pp. 665-669. |
Peeters, Carel (1974), ‘De jonge Ter Braak’. In: Tirade, jrg. 18, nr. 193-194, januari-februari, pp. 12-28. |
Peeters, Carel (1978), ‘Menno ter Braak in Propria cures’. In: Menno ter Braak. De proria cures artikelen 1923-1925. Amster-dam: Bzztôh. |
Perron, E. du (1954-1959), Verzameld werk. 7 dln. Amsterdam: Van Oorschot. |
Perron. E. du (1977-1984), Brieven. 6 dln. Amsterdam: Van Oorschot. |
Podium (1944-1969), Litterair maandblad. |
Praamstra, Olf (1991), Gezond verstand en goede smaak. De kritiek van Conrad Busken Huet. Amsterdam: Ernst & Co. |
Querido, Is. (1927), ‘Meneer Menno ter Braak en Van Genderen Stort’. In: Nu; algemeen maandblad, jrg. 1, nr. 2, nov., pp. 191-193. |
Rees, C.J. van (1983a), ‘Introduction: Advances in the empirical sociology of literature and the arts: the institutional approach’. In: Poetics 12, pp. 285-310. |
Rees, C.J. van (1983b), ‘How a literary work becomes a master-piece: On the threefold selection practised by literary criticism’. In: Poetics 12, pp. 397-417. |
| |
| |
Rees, C.J. van (1985a), ‘Consensusvorming in de kritiek’. In: H. Verdaasdonk (red.), De regels van de smaak. Amsterdam: Joost Nijsen. |
Rees, C.J. van (1985b), ‘Editorial: Empiricial sociology of cultural productions’. In: Poetics 14, pp. 5-11. |
Rees, C.J. van (1987), ‘How reviewers reach consensus on the value of literary works’. In: Poetics 16, pp. 275-294. |
Rees, C.J. van (1989), ‘The institutional foundation of a critic's connoisseurship’. In: Poetics 18, pp. 179-198. |
Reijt, Vic van de (1984), ‘Willem Elsschot en zijn uitgevers’. In: Optima, cahier voor literatuur en boekwezen. jrg. 2, nr. 2, april, pp. 107-123. |
Reve, Karel van het (1977), ‘De miskenning van Willem Els-schot’. In: Bzzlletin, jrg. 6, nr. 45, april, pp. 10-11. |
Rodenko, Paul (1954), Nieuwe griffels, schone leien: van Gorter tot Lucebert van Gezelle tot Claus; een bloemlezing uit de poëzie der avant-garde. Den Haag: Bert Bakker. |
Rodenko, Paul (1956), Met twee maten; de kern van 50 jaar poëzie, geïsoleerd en experimenteel gesplitst door -. Den Haag: Bert Bakker. |
Rodenko, Paul (1991), Verzamelde essays en kritieken 1. Over Hans Lodeizen, Tussen de regels, De sprong van Münchhausen, Op het twijgje der indigestie. Bez. door Koen Hilberdink. Amsterdam: Meulen-hoff. |
Rodenko, Paul (1991), Verzamelde essays en kritieken 2. Over Gerrit Achterberg en de ‘experimentele poëzie’. Bez. door Koen Hilberdink. Amsterdam: Meulenhoff. |
Rodenko, Paul (1992), Verzamelde essays en kritieken 3. Literaire essays. Bez. door Koen Hilberdink. Amsterdam: Meulenhoff. |
Rodenko, Paul (1992), Verzamelde essays en kritieken 4. Verspreide kritieken. Bez. door Koen Hilberdink. Amsterdam: Meulenhoff. |
Roelants, Maurice (1965), Roman van het tijdschrift Forum of les liasons dangereuses. Den Haag; Rottterdam: Nijgh & Van Ditmar. |
Rosengren, K.E. (1968), Sociological aspects of the Literary System. Lund: Natur och Kultur. |
Rosengren, K.E. (1987), ‘Literary criticism: future invented’. In: Poetics 16, pp. 295-325. |
Rousseeuw, Boris (1986), Twee heren. Over E. du Perron en Willem Elsschot. Antwerpen: Dedalus. |
| |
| |
Ruiter, Frans (1991), De receptie van het Amerikaanse postmo-dernisme in Duitsland en Nederland. Leuven: Garant. |
Scholten, Harry (1978), Aspecten van het tijdschrift De Gemeenschap. Baarn: Ambo. |
Schmitz, P.F. (1979), Kritiek en criteria. Menno ter Braak en het literaire waardeoordeel. Amsterdam: Huis aan de drie grachten. |
Schneider, M. en J. Hemels (1979), De Nederlandse krant 1618-1978; Van ‘nieuwstydinghe’ tot dagblad. Baarn: Wereldven-ster. (oorspr. uitg. 1943). |
Sierksma, F. (1948), Schoonheid als eigenbelang: essays. Den Haag: Stols. |
Slawinski, J. (1975), Literatur als System und Prozess: strukturalistische Aufsätze zur semantischen, kommunikativen, sozialen und historische Dimension der Literatur. München: Nymphenburger Verlagshandlung. |
Smits, Frans (1942), Willem Elsschot, zijn leven, zijn werk en zijn beteekenis als prozaschrijver en dichter. Brussel; Rotter-dam: Manteau. |
Sötemann, A.L. (1977), ‘Een ‘impure’ ‘pure dichter’; een beschouwing over de versexterne poëtica van Sybren Polet. In: De nieuwe taalgids, jrg. 70, nr. 3, pp. 248-264. |
Sötemann, A.L. (1982), ‘Poetics and periods in literary history; a first draft’. In: From Wolfram and Petrarch to Goethe and Grass; studies in literature in honour of Leonard Forster. (ed. by D.H. Green a.o.), Baden-Baden, pp. 623-631. |
Steenhardt Carré, Radboud van (1989), ‘Neutraal of filiaal. De relatie “Groot Nederland” en “Forum”’. In: Literatuur, jrg. 6, nr. 1, jan.-febr., pp. 30-37. |
Termorshuizen G.A. (1988), P.A. Daum. Journalist en romancier van tempo doeloe. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar. |
Verdaasdonk, H. (1981), Literatuurbeschouwing en argumentatie, Amsterdam: Huis aan de drie grachten. |
Verdaasdonk H. (1984), ‘Kwaliteitshiërarchieën in boeken ten behoeve van het onderwijs in de Nederlandse literatuur’. In: Spektator, jrg. 13, nr. 4, pp. 233-255. |
Verdaasdonk (1985a), ‘Empirical sociology of literature as a non-textually oriented form of research’. In: Poetics 14, pp. 173-185. |
Verdaasdonk (1985b), ‘The influence of certain socio-economic factors on the composition of the literary programs of large Dutch publis-hing houses’. In: Poetics 14, pp.575-608. |
Verdaasdonk, H. (1989a), ‘Literatuuropvattingen bij Oversteegen’. In: K. Fens en H. Verdaasdonk (red.), Op eigen gronden. Opstellen aangeboden aan Prof. dr. J.J. Oversteegen. Utrecht: Hes. |
| |
| |
Verdaasdonk, H. (1989b), De vluchtigheid van literatuur: Het verwerven van boeken als vorm van cultureel gedrag. Amsterdam: Bert Bakker. |
Verdaasdonk, H. (1989c), ‘Literary magazines as media for publishing literary texts’. In: Poetics 18, pp. 215-232. |
Verdaasdonk, H. en G. Seegers (1990), ‘The impact of socioeconomic variables on cultural behavior: the case of subscribers to literary maga-zines’. In: Poetics 19, pp. 358-375. |
Verdaasdonk, H. en C.J. van Rees (1991), ‘The dynamics of choice behavior towards books: The role of cultural products in cultural behavior’. In: Poetics 20, pp. 421-437. |
Vestdijk, S. (1956), ‘Ter Braak na de oorlog’. In: Zuiverende kroniek. Amsterdam: Meulenhoff. |
Vestdijk, S. (1962), Gestalten tegenover mij; persoonlijke herinneringen. Den Haag: Bezige Bij. |
Visser, Hans (1987), Simon Vestdijk. Een schrijversleven. Utrecht: Kwadraat. |
Voskuil, J.J. (1963), Bij nader inzien. Amsterdam: Van Oorschot. |
Vliet, H.T.M. van (1985), ‘Marsman en De gids’. In: Traditie en vernieuwing. Opstellen aangeboden aan A.L. Sötemann. Utrecht; Antwerpen: Veen. |
Vliet, H.T.M. van (1987), Louis Couperus en L.J. Veen. Bloemlezing uit hun correspondentie. Utrecht; Antwerpen: Veen. |
De Vrije bladen (1924-1959), Onafhankelijk maandschrift voor kunst en letteren. |
Vriesland, Victor E. van (1969), Herinneringen. verteld aan Alfred Koss-mann, Amsterdam; Querido. |
Webster, G. (1979), The republic of letters: A history of postwar American literary opinion. Baltimore; Maryland; London: The John Hopkins University. |
Wiersma, L.R. (1971), ‘Het comité van Waakzaamheid van anti-nationaal-socialistische intellectuelen (1936-1940)’. In: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, deel 86, pp. 124-150. |
Wispelaere, Paul de (1962), ‘Facetten van het tijdschrift 'De Stem’. In: Roeping, jrg. 38, nr. 12, pp. 628-642. |
Wispelaere, Paul de (1978), ‘Ter Braak en De stem’. In: Bzzletin, jrg. 6, nr. 54, april, pp. 109-115. |
|
|