Koen van der Wiel hurkte bij het rechtervoorwiel en bestudeerde de laklaag.
‘Met het blote oog is er niets te zien,’ constateerde hij. ‘Maar dat wil niets zeggen. Neem je dit direct onder handen, Maurits?’
‘Wat gaat u doen?’ vroeg David.
‘De methoden van het opsporingsonderzoek worden steeds verfijnder,’ legde de technisch rechercheur uit. ‘Zelfs de geringste vezel van de kleding van Hans van Lelyveld is op te sporen met de nieuwe technieken. Als deze auto inderdaad het slachtoffer heeft aangereden, blijven er minieme resten achter.’
‘Maar dit is toch geen bewijs,’ zei Saskia.
‘We weten niet wie achter het stuur heeft gezeten,’ zei Koen van der Wiel. ‘Maar het rijtje verdachten zal van drie naar twee naar een gaan.’
‘Ik heb genoeg materiaal,’ zei Maurits Verkerk even later. Hij stopte de plastic zakjes in zijn koffer.
‘Zijn er veel vingerafdrukken?’ vroeg Koen van der Wiel.
‘Allemaal dezelfde. Daar kom ik wel uit.’
Rechercheur Koen van der Wiel wist waarop Maurits Verkerk doelde. Het was niet verstandig geweest om vingerafdrukken te nemen in het kantoor van Ouwerling, Ouwerling & De Zeeuw, maar nu zouden ze toch van pas kunnen komen.
‘Dan wordt het tijd voor een bezoek aan officier van justitie Pinxteren,’ zei Koen van der Wiel. ‘Het zou me niets verbazen als straks deze auto van mijnheer Ouwerling van de aardbodem is verdwenen. Maar dan komt hij toch te laat.’
‘U gaat Hendrik Ouwerling aanklagen?’ vroeg Saskia.
‘Wat mij betreft is Operatie Lely opgelost,’ antwoordde Koen van der Wiel.