‘Het is in mijn beroepspraktijk nog nooit voorgekomen,’ zei Van der Wiel. ‘Als twee mensen hetzelfde hebben gezien, zijn er altijd verschillen. De een let op dit, de ander op dat. Ik lees hier in de verklaringen zelfs dezelfde zinnen, alsof ze van buiten zijn geleerd. Dat verbaast me.’
‘Kunnen we gaan?’ vroeg Saskia.
‘Natuurlijk,’ antwoordde Koen van der Wiel. ‘Zaak gesloten. Althans, daar lijkt het wel op. Jammer dat jullie me op dit moment niet verder kunnen helpen.’
‘Wat gaat u nu doen?’ vroeg David.
Koen van der Wiel ging onderuit zitten.
‘Hebben jullie ooit nagedacht over het motief van de dader?’
‘Nee,’ zei Saskia. ‘Moet dat dan?’
‘Nu ik alles weet, kan ik me maar één motief voorstellen. Hans van Lelyveld moest uit de weg worden geruimd omdat hij een stalker was. Niets hielp om hem te stoppen. Zelfs een straatverbod van de rechter weerhield hem niet. Jij vroeg me wat ik nu ga doen, David? Ik heb een lijstje met hoofdverdachten. Drie om precies te zijn. Eén verdachte met stip. Ik ga al hun gangen na. Een keer maakt iemand een fout. Volgende week, volgend jaar? Al duurt het jaren en jaren, ik kom er op een goede dag achter. Ziekteverlof of niet, Operatie Lely breng ik tot een goed einde. Dat is mijn vaste voornemen.’
‘Wie is uw hoofdverdachte?’ vroeg Saskia.
‘Dat kun je zelf wel bedenken,’ zei Koen van der Wiel. ‘Ik zal haar achtervolgen, al ben ik met pensioen.’
Haar? Plotseling besefte David dat niet oom Hendrik de hoofdverdachte was. Zijn moeder! Koen van der Wiel zou zijn moeder lastig blijven vallen. Alleen zij had belang bij de dood van Hans van Lelyveld. David keek naar het strakke gezicht van de rechercheur. Hij wist weinig van hem, maar genoeg om te weten dat hij geen spelletjes speelde.
‘Ik wil een nieuwe verklaring afleggen,’ zei David.
‘Dat vermoedde ik al,’ antwoordde de rechercheur.