20.
De taxi zette de drie af voor een statig herenhuis. Koen van der Wiel opende de zware deur. ‘Hans van Lelyveld woonde mooi,’ zei hij.
Hij schoof een berg kranten en post opzij.
‘Wat zoeken we precies?’ vroeg Saskia.
‘De inhoud van Zwendelaars kennen we. Maar het zou handig zijn als we het volledige boek zouden vinden.’
‘Dat heeft hij nooit geschreven,’ zei Saskia. ‘Dat hoorden we toch?’
‘Misschien wel, misschien niet,’ antwoordde Koen van der Wiel. ‘We moeten een beeld krijgen van Hans van Lelyveld. Daarvoor zijn we hier.’
‘Hij was rijk,’ zei David. ‘Moet je hier toch kijken.’
De woonkamer, die uit drie delen bestond, leek op een toonzaal. Spiegels en metersgrote schilderijen sierden de wanden. Schuifdeuren met glas-in-loodraampjes gaven de moderne inrichting iets klassieks.
‘Wat een ijdeltuit,’ zei Saskia. Ze wees naar het geschilderde portret van Hans van Lelyveld boven de schouw.
David keek achteloos naar de trekken van de man die beweerde zijn vader te zijn. Waren er overeenkomsten? Neus, ogen, oren? Hij herkende iets in de oogopslag. Maar hij wist niet wat.
Koen van der Wiel had de computer aangezet.
‘We moeten ook de boekenkast controleren,’ zei hij.
Saskia trok de bovenste lade van het dressoir open. Rekeningen en bankafschriften lagen door elkaar. Ze bladerde er lusteloos in.
‘Kun je hier iets mee?’ vroeg de rechercheur aan David.
‘Vrijwel hetzelfde als in de boswachterswoning,’ stelde David vast. ‘WP-processen, WP-teksten en WP-zwendel. Hij heeft gewoon een kopie gemaakt. De laatste, WP-zwendel, was een leeg bestand.’