Met een harde klap sloeg Koen van der Wiel de dossiermap dicht. Operatie Lely, las David op het omslag.
‘Het zou me niets verbazen als Hans van Lelyveld opzettelijk is aangereden.’
‘Hebben wij daar iets mee te maken?’ vroeg David met gespeelde verbazing.
‘Jij hebt de processtukken gefotokopieerd, dus hou op met dat spelletje. Het laatste vel heb je trouwens laten liggen op het kopieerapparaat. Dat heb ik opgeborgen in de hangmap. We hebben het hier over moord. Dat lijkt me ernstig genoeg. Dus: vanwaar jullie interesse in Hans van Lelyveld?’
‘Hij bespioneerde ons,’ zei Saskia. ‘Niet dan?’ Zij wendde zich tot David. ‘We kunnen beter alles vertellen.’
David knikte. Waarom zou Van der Wiel het niet mogen weten? Het leek een geschikte kerel. Iemand die hij zou kunnen gebruiken.
David vertelde over het briefje in zijn zak. Over het boek dat Hans van Lelyveld geschreven had. Over de foto's.
‘Zo komen we ergens,’ zei Koen van der Wiel. ‘Maar er blijft iets vreemd aan de zaak.’ Hij wendde zich tot Saskia.
‘Jouw vader was dezelfde avond in het ziekenhuis. Hoe wist hij dat Hans van Lelyveld daar lag?’
‘Geen idee. Ik heb het hem niet verteld.’
‘Dat zoeken we dan nog wel uit,’ zei Koen van der Wiel. ‘Mag ik de fotokopieën zien?’
De rechercheur bladerde.
Hij pakte de hoorn van de haak en vroeg om een auto.
‘Ik laat jullie terugbrengen naar het kantoor. Dan kunnen jullie op de fiets naar huis. Het zou goed zijn als jullie dit gesprek onder ons houden. Ik regel wel dat de meldkamer niets doorgeeft van de inbraak. Trouwens, het was geen inbraak, zoals jullie al zeiden.’
Hij glimlachte.
‘Mag ik de kopieën terug?’ vroeg David.
‘Als je het niet erg vindt, bestudeer ik ze eerst. Misschien vind ik aanwijzingen die om directe actie vragen.’
David stemde toe.
‘Eén ding begrijp ik nog steeds niet.’ Koen van der Wiel stond in