Verzamelde geschriften
(1950)–Alphons Diepenbrock– Auteursrecht onbekend
[pagina 167]
| |
1897 VermaningWaarde Redacteur,
In de vorige Kroniek verbaast uw correspondent uit Weenen zich over de ‘sozial-ökonomische’ meeningen die Henry Thode bij Wagner ‘ontdekte’, en hoopt dat ‘een andere professor de muzikale zijden der Sozial-Ökonomie eens verklaren zal.’ Mij is het bewuste geschrift van Thode niet bekend; het is mogelijk dat Thode zich niet geheel juist uitdrukte toen hij de voor een halve eeuw, dus waarschijnlijk vóór Marx en zeker vóór al diens tallooze naschrijvers en napraters bij Wagner ontstane maar nog geenszins verouderde beschouwingen over de verhouding van kunst en maatschappij met den naam ‘sozial-ökonomische’ bestempelde. Maar het komt mij voor dat uw correspondent met de lichtvaardigheid van een aankomend journalist over zaken spreekt, waarover men thans niet meer onwetend behoorde te zijn. Toch zou ik het niet de moeite waard hebben geacht hierop te wijzen, als ik in den ten vorigen jare hier gevoerden strijd over aanverwante onderwerpen niet diezelfde naïeve onwetendheid bij anderen had meenen waar te nemen. Zoudt gij uwen correspondent niet eens de lectuur van deel 3 en 4 der Gesammelte Schriften kunnen aanbevelen of, in het 2e hoofdstuk van Chamberlain's werk Richard Wagner, het eerste deel getiteld Wagner's ‘Politik’, waarin deze behartigenswaardige woorden voorkomen: ‘Der Politiker kümmert sich nur um die Wirklichkeit; ebenso der Dichter, nur mit dem Unterschied, dass die Wirklichkeit, die ihm vorschwebt, höherer Ordnung ist. Der wirklich grossdenkende, praktische Politiker und der wirklich geniale Dichter ergänzen sich also gewissermassen; ihr gemeinsamer Gegensatz ist der Theoretiker, der Doktrinär. Darum thun wir nicht gut daran, wenn wir Lassalle, John Stuart Mill, Aug. Comte und Marx fleissig studieren, über die politischen Ansichten eines Richard Wagner aber einfach zur Tagesordnung übergehen, indem wir sie achselzuckend als ‘Träume eines Visionärs’ bezeichnen.’Ga naar voetnoot1 Met vriendelijken groet,
t.t.
A. Diepenbrock |
|