Bestond er wel iets, dat de loome geesten krachtiger uit den dommel kon wekken, de tongen beter kon losmaken, de fantasie beter aan 't werk zetten?
Noch onbegaanbare wegen of wijde waterplassen, noch boordevolle beken of ondoorwaadbare voorden, niets van dat alles was in staat om dit allerbelangrijkste nieuws in den engen kring van 't Veneking met z'n kleine kate-steden besloten te houden.
De wildste verhalen werden opgedischt. Ze drongen door in de armelijke hutten, slopen binnen in de deftige vertrekken der gezeten dorpers, werden evengoed in de pastorie verhandeld als op den Huize Walijen, waar Vrouwe Elène Clautier haar staf zwaaide. Een heks in 't Kerspell Dàt was wat!
Sedert ettelijke jaren had men van zoo'n schepsel niet meer gehoord, 't Geslacht scheen uitgestorven. Maar zie, nu was er weer een!
Men leefde er van op.
't Werkte als 'n opwekkende drank op 'n ingezonken geest.
Maar 't sloeg ook neer en bracht ontsteltenis.
Stond de natuur ook niet onder de macht der booze krachten?
Men dacht aan de overstroomde landen rondom.
Was dit niet het werk van de heks?
Men somde de ongemakken op, berekende de schade door die zee van water veroorzaakt.
Waren ze niet allen aan de tooverkol te wijten?
Men zag op naar den hemel, waar de grijze watervolle wolkgevaarten gestaag bleven aandrijven, om 'r stroomen van regen op de aarde uit te storten.
Was dat niet de hand van de booze vrouw, die haar ziel had verkwanseld aan den Booze?
Fluisterend deelde men elkaar z'n veronderstellingen mede. 't Gaf nog meer pratensstof, belangwekkende pratensstof, doch die het hart angstig deed kloppen, en weldra bittere verwenschingen naar de lippen dreef.
Maar plots scheen het zoo belangrijke onderwerp z'n beteekenis te hebben verloren. Dat was, toen de Grasmaand met haar