De dagen van olim
(1989)–Miep Diekmann– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 161]
| |
[pagina 162]
| |
[pagina 163]
| |
[pagina 164]
| |
Opbergen in archief
Met ‘Kleine’ opa die altijd centen verborg Weet je veel als kind! | |
[pagina 165]
| |
Hoeveel bedden na je eerste kinderbed? | |
[pagina 166]
| |
Persoonsbewijs
Eerste officiële papier | |
[pagina 167]
| |
En wanneer zou je nu die vinger in de pap hebben?
| |
[pagina 168]
| |
Daar kwamen na de oorlog bij:
perskaart van de krant trouwboekje (met later de namen van de kinderen erin) woonvergunning (alweer iets waarvan ze zeiden: ‘O, maar dat gaat over!’) contracten met uitgevers papieren van echtscheiding;
papieren, papieren - een papieren leven, en rekeningen, jarenlang rekeningen van dokters, specialisten, die allen zeiden: ‘Het is al zolang geleden. Wees blij dat je nog leeft!’
Wat is: zolang geleden? Je kunt het er niet uitbranden. Waarom zei één van die specialisten dan: ‘Ga nooit terug naar Curaçao. Dat is het enige wat ik je raden kan.’ | |
[pagina 169]
| |
Waarom?
Hij wist alleen van die droom die niet uitgekomen was - dat de stenen water werden En de rest? | |
[pagina 170]
| |
De oude school / Curaçao
Wat ervan overbleef 30 mei 1969 - opstand op Curaçao ‘Wat dacht jij toen je je school in het tv-journaal zag afbranden?’ ‘Eindelijk! Als kind heb ik het zo vaak gewenst.’ | |
[pagina 171]
| |
Als Aura nog leeft en dit overkomt haar, zou ze dan ook moeten denken aan vroeger? Aanhij heette Lang, Frank Lang. Waar zou die gebleven zijn? Wat toen gebeurd was op de wallegang - vader had haar niet geloofd. Nou ja, het was dertig jaar geleden en vader was dood. Zoals die man tot zijn laatste seconde overtuigd was geweest van de hemel!
Lang zou wel gewoon overgeplaatst zijn net in die tijd dat alles zo wazig was. De rat! | |
[pagina 172]
| |
waarom dát woord? Omdat er ratten geweest waren, en katten, op de zolders van het Fort?
Maar er waren ook ratten geweest vijfentwintig jaar later in deze romantische rozegeur-tuin bij een huis in een stad met twee ratten op iedere inwoner.
Toch waren de ratten niet de reden geweest om er weg te gaan, nee | |
[pagina 173]
| |
tante Mathilde (uit een liedje van drandus P.) die haar zuster met koffie vergiftigen wilde. Gewoon een liedje, denk je, fijn muziekje.
Tot je het plotseling een paar ochtenden achter elkaar boven in de keuken fluiten hoort, waar er met tedere toewijding een kop koffie voor je gezet wordt. Steeds dát liedje als er voor jou koffie werd gezet.
Toen klikte er iets, je dacht: Weg wezen! | |
[pagina 174]
| |
[pagina 175]
| |
|