Verzamelde werken. Deel 3. Proza-gedichten(1920)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende CCXXIV Ik zag haar in de kamer tegenover mij, door eene wolk, waaruit zij scheen opgerezen, was zij gescheiden van de meublen rondom haar. Vorige Volgende