Verzamelde werken. Deel 3. Proza-gedichten
(1920)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrecht onbekend
[pagina 114]
| |
Soms staat daar in de verte d'een d'ander na te turen. Er komen ook vele groeten bij. En lachjes gezonden tot elkaâr. En kijkjes van oogen vluchtig en klaar.
Ik ging over den weg. Mijn gedachte keek er op uit. Kris kras om mij heen allerlei vogelgeluid. Toen opende zich nog voor mij uit de verte met haar aardige geheimzinnigheid. |
|