Verzamelde werken. Deel 3. Proza-gedichten
(1920)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrecht onbekend
[pagina 80]
| |
Het zinnenleven van met oogen als fluweel de dingen te zien zoû mij, dunkt mij, voldoende zijn, ook indien dit kon gebeuren zonder dat het gouden lichtje, dat waarschijnlijk van de ziel komt, er in scheen. |
|