CI
Ik zag een figuur als grooten donkren duitschen adelaar met uitgespreide vlerken onbeweeglijk in de nabijheid van oranje dageraad. Schuin was hij er bij en scheen zich af te wenden.
Toen maagre groene danseresjes strak staand op 't eene been en 't andere recht gestrekt horizontaal als stukken sparreboom.
Hooger bewoge' er gelijkmatig andere, waarvan me' alleen de ròze rokke-wolken zag.
Een geheimzinnig spel.
Een ballet in de lucht te wezen, leek er wel.