XXIV
(23 October, middag, Zaterdag)
Van-ochtend en van-middag buiten geweest. Het was buiten nog altijd mooi. Ik heb gekeken of ik soms schoon iets zag, maar ik zag niets schoon. Ik zie alle voorwerpen in mijn kamer rustig staan in groote helderheid. Misschien is het, om mijn geluk lang te behouden, goed om net te doen alsof het er niet is.
Alles vind ik heerlijk om te zien, alles doet mij genoegen. Ik verlaat de eene kamer met een blik van