VIII
Gij zult dus na uw dood niet gelukkig zijn?
Ik, zijnde lichaam en deel-van-Eeuwigheid, zal niet gelukkig zijn, want ik als lichaam zal niet zijn en dus niet gelukkig zijn, en ik als deel-van-Eeuwigheid zal van het Geluk, zal het Geluk zelf, zijn. En men kan niet zeggen dat het Geluk gelukkig is.