Het leven van Frank Rozelaar

[p. 361]

Bijlagen

A
Overzicht van het tijdvak 15 Dec. 1898-8 Jan. 1900

Om een indruk te geven van Van Deyssel's leven en werkzaamheid in de eerste jaren na de Rozelaar-periode, worden hier opgenomen drie, door Van Deyssel zelf opgestelde, Levenstabellen betreffende die jaren.

Het vacantie-seizoen van 1898 had moeten eindigen op 1 October, het ís - behoudens een aantal vóor die datum gemaakte tekstkritische aantekeningen - eerst geëindigd op 15 Dec. '98.

(5/V/'99 av.)

LEVENSTABEL [I]

Seizoen 15 December '98-15 Oktober '99

December

15-26

‘Aanteek.’, ‘Voorber.’ ‘Levensbeheer’ enz.

Januarie

27 [Dec.]-1

Ongesteld. Groote brieven. Stukje Erens (Am^r ). Allerlei beginnen en probeersels.

2-10

Van streek incident-Verwey. Niets. Naar Hilversum etc.

Februarie

ll [Jan.]-7

Goede werktijd. (stuk ‘Vader’). 19 Jan^ie Kloos. 30 Jan^ie Marie. 4 Febr. Belastingpapieren. Uitgeverskontrakt.

8-19

Grootere ongesteldheid. Lektuur-Novalis-Stendhal.

20-21

Werken-(Stendhal)

22-23

êr aan 't betere werk.

24-27-28

Moeite met het werk. Lektuur Ruysbroeck, Ponlevoy. Rousseau. Aanteek. over Rousseau en Ruysbroeck.

[p. 362]

Maart

1-15

Gelezen in Rousseau, Ruysbroeck. Geschreven ‘Kunst-fysiologie’ (over ‘Vader’) en aanteekeningen over schrijvers. Sinds 23 Febr. weder 1^e rang. Groote moeite met het werk. J'arrête decontinuer jusqu'au 16 mars la conduite passive; puis, si elle reste sans résultat, de comm encer au 16 la méthode active. Arrivé au 16, je n' ose pas entamer la méthode active, craignant de bouleverser le fond même de ma vie actuelle qui repose, depuis l'automne 1895, sur la tenue passive.

16-26

Gelezen in Novalis, Rousseau. Geschreven ‘Kunst-fysiologie’, ‘Aanteek.’, brieven. Prachtig weêr.

April

31 [Maart]-4

Verkoudheid. Kontrakt - Een Liefde.

5-13

Kontr. - Een Liefde. Aanteek. etc.

Mei

14 [April]-4

Geschreven artikel over Ghetto.

Juni

5-10-15

Aanteek. over Kachel, Kleeding, Novalis; onderhandelingen over Een Liefde, Herdruk Opstellen, lectuur Emerson, nieuwe Fransche schrijvers, Buysse, Hogerzeil. 10, 11, 12 Mei goed aan 't werk, maar eenmaal verdiept in uitvoerige uitgevers berekeningen moet ik daarmeê voortgaan. Boeken-ordening op zolder. Ik ben geruimen tijd, on- onderbroken, bizonder wèl; maar leef een zeer oppervlakkig leven, geheel gedachteen aandoeningloos. Tusschen 15 Dec. en 15 Juni heb ik misschien 3 maal gedurende 1 a 2 dagen ‘last van de zenuwen’ gehad; maar geheel onbeteekenend en onmiddellijk over.

(20/1/1900 midd.)

LEVENSTABEL [II]

Seizoen 15 December '98-15 Oktober '99.

Juni

16-30

Aanteekeningen. Gide. Ik schrijf aan ‘Montjoie’. Brieven schrijven. Lektuur De Stendhal. Ik ben geënerveerd en lig veel ter neder. Het ligt nu aan den ‘geest’ en niet aan de vocht, zoo als verleden zomer. 26 Juni bezoek - Diepenbrock. Lektuur Barrès. Proeven-verbetering herdrukken. Over 't algemeen krachtig en gezond, een enkele maal ‘zenuwen’. Overigens geheel gedachte- en aandoeningloos.

Juli

1-31

Eind Juli: Ik schrijf vervolg-causerie-Parijs. De kachel brandt in studeerkamer tot in Juli. Dit helpt tegen de vocht en bevalt goed.

Augustus - September - 14 Oktober

Vakantie. Utrecht - Joop - zwemmen. Zware vermoeidheden. Zenuwlijden. Afschuwlijke kamp tegen de vliegen. Ellendig humeur.

[p. 363]

(8/1/1900 av.)

LEVENSTABEL [III]

Seizoen 15 Oktober 1899-31 Juli 1900

Oktober-November

15 - 6

lichte vorst, mooi weêr. zenuwziek, maar meer geestelijk, minder met vallerigheid en zoo, meer iets hels in de hersenen, in de richting der krankzinnigheid. Dit duurt echter niet lang. Mijn leven wordt goed, ik raak uitmuntend en geregeld aan 't werk en aan 't zagen. Ik schrijf over ‘Stille Wegen’. Ik schik oude rekeningen.

November-December

7 - 14

Geheel uit alles door Koperen Bruiloft (19 en 20 Nov.); het mishaagt mij geweldig dat mijn werkleven nu verwoest wordt door de familie-feestelijkheden. Lektuur: Goethe en Verne. Sedert de eerste vakantie-moeheid (midden Augustus) is mijn humeur aller-ellendigst. Het zoû juist wat beter gaan, en nu komt dít weêr.

December-Januarie

15 - 8

Van 7 December tot 2 Januarie felle winter, die mij ontzettend aangrijpt. Ik schrijf wat, over ‘Catherine’ (roman van M. Scharten-Antink.)

Ik ben hopeloos en woedend. Het is nergens in huis uit te houden. Ik ben telkens bijna voornemens te vertrekken; maar gevoel mij ook daarvoor te ellendig.

Heel langzaam aan (door verschillende oorzaken) worden de noodige maatregelen genomen om mijn kamer eenigszins bewoonbaar te maken (het eene luik blijft toe, ook de overgordijnen; buiten het huis kleedjes tegen de luiken van onderen, binnen in huis kleedjes onder tegen de overgordijnen aan; lang vensterkussen onder tegen het andere venster aan; strooken kleed worden onder aan de kamerdeuren gespijkerd; kleedjes om de bruine-kast van-onderen heen gelegd; schrijfstoel en voetenkist worden met 4 a 5 dekens belegd; ook op de kanapee een deken en een er vóór op den grond; 4 of 5 Januarie komt de behanger om de maraboet-randen om de vensters na te zien en er nieuwe bij te maken; de gaten der ondergrondsche luchtkokers buiten worden van boomwol in plaats van stroo voorzien). Ook des nachts is het niet te doen, daar ik geen kans zie mij goed toe te dekken.

Ik ben zeer geschokt en gedesequilibreerd. Ik lees Nansen, Noordpoolexpeditie, door Stamperius.