Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 290]
| |
aant.Vrijdag, 10 Juni 1898, ochtendGa naar margenoot+Hetgeen mij scheelt, is precies dit: sedert Zondag weet ik mijn gedachten niet tot een gegeven onderwerp te bepalen. Ik ben voortdurend in den toestand, waarin ik was dien avond in bed in Den Haag na de lezing van George. Ik leg een blad papier voor mij om een gekomen gedachte te boeken. Vijf minuten daarna zie ik het voor mij liggen, herinner mij waarom het daar gekomen is en bemerk met verbazing dat ik, onmiddellijk na het vóor mij te hebben gelegd, blijkbaar aan iets anders ben gaan denken. |