Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermdaant.Vrijdag, 3 Juni 1898, ochtendGa naar margenoot+Tusschenbeide merk ik, dat de tijd zeer snel voorbij gaat zonder dat er eigenlijk iets gebeurt. Op mijn ochtendwandeling zie ik niets, hoor ik niets, even merk ik dat enkele, nietige, oppervlakkige gedachten mij bezig houden, en dát nog vaag. Een enkele maal betrap ik er mij op te denken (dus niet: gewaar te worden): ‘ik leef tusschen de fijnste en grootste dingen’. Verder ben ik geheel dof. |