Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermdaant.Donderdag, 13 Januarie 1898Ga naar margenoot+Het was donker, ik was zoo moe, ik lag zoo dof. Een zachte stem heel lief iets vroeg. Toen heb ik het niet gedaan. Ik heb een zieke koud en verlaten laten gaan. Hoe kwam het toch? Ik weet het niet, ikkon het niet, het was zoo gaauw voorbij. Wij waren in duisternis ver van elkaâr gedwaald en konden zelf niet weten wat wij deden. Toen is een licht op ieder onzer neêrgedaald en zagen wij ons zelf. Ik deed om wreed genot mijn eigen liefste leed. Zij redde een armen hond, die in het ijs beklemd lag, en die nu woest tegen haar opsprong. |