Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermdDe Goede Geest spreekt:Gij hebt slecht gedaan. Zoo ver van mij dwalen te gaan. Gij zijt een gods-dienst-stichter in zoo ver gij den dienst van | |
[pagina 179]
| |
God gesticht hebt in u zelf. Voel nu hoe gij alleen zijt en verláten en slecht. Hoor naar de woorden: Godlijkheid, Teederheid, Geluk .... en zie u daar ellendig staan. Wat hebt gij gedaan? Gij zijt met den slechte medegegaan. De daad is niets. De ziel van de daad is de gedachte, 't Is uwe ziel, die 't slechte heeft gedaan. Er was tot u gekomen een man in wien gij Goedheid hebt gelezen. Hij heeft van u weggenomen al uw droefenis en vreezen. Hij heeft het licht gemaakt om u heen, groen licht van hoop om de teedre gestalte uwer wit-gekleede aanbedene heen, goud en rood achter het groen de vreugde en liefde scheen. Met hem was ik binnen gekomen. Gij hebt mij wel gezien en dacht mij aan te biên een rein festijn met heilgen vreugde-wijn. Maar ook de andere was binnen gegaan en ach, hem hebt gij beter verstaan. De lichte kleederen van drie schoone jonge maagden hebt gij als een gemeene roover buit gemaakt en daarvan een feestgewaad voor den afzichtelijken booze gemaakt. Toen is het een woeste kermis geweest. Tot hij u naar den stal bracht als een beest. |
|