Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermdaant.Dinsdag, 14 December 1897, ochtendDe zwarte boomen heb ik zien bewegen en in de verte het zwarte bosch stil staan. Blij-moedig onder den dreigenden regen ben ik op rappen stap daar tegen in gegaan. * Ga naar margenoot+Dikwijls hoor ik mij niet spreken. Zelden hoor ik mij maar spreken. Is de gedachte beangstigend dat ik misschien verkeerd spreek al de keeren dat ik mij niet spreken hoor? * Oogen met rooden gloed waren onder den wilden afval derharen Wij lagen ter neder in den nacht. Wij zagen schokkend op in den nacht. Wat is dat? Wat is dat? Ik weet het niet. Het is de wind. Wat is dat? wat is dat? Ik weet het niet. Het is het vallend vuur. Wat is dat? Wat is dat? Ik weet het niet. Het is een huilend kind. Wat is dat? Wat is dat? Wie spreekt daar, wie spreekt daar op dit uur? Ik weet het niet. Het is achter, het is achter den muur. Het is de wind, het is het vuur, Het is het kind. |