Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 96]
| |
aant.Donderdag, 18 November 1897, ochtendGister-avond kwam de poes weêr eens, sinds langen langen tijd, op mijn kniën springen en bleef er lang als op een veilige plek. Het deed mij veel pleizier. Ik was báng, dat hij weêr weg zoû gaan. Het gedrag van poesen jegens ons, is een onfeilbare barometer voor of het mooi of leelijk weêr binnen ons is. Ik was juist aan 't luisteren naar een kleinen knaap, die mij, door zijne wijze van verteilen, onderwijs geeft in sprookjes-stijl. Dat vond hij zeker goed. Want hij kwam zitten tusschen ons in, met zijn gezicht naar mij. Toen met zijn gezicht naar hem. Maar toen er in een sprookje kwaad van een poes gesproken werd, die daar een monster werd genoemd, beet even de poes het knaapje in zijn voet en sprong toen luchtig heen. * |
|