266
[niet voltooid en niet verzonden]
Baarn, 14 Januari 1904.Ga naar voetnoot340
Waarde Tak,
Ik hoor dat er toch een vergadering van arbiters in zake mijn quaestie met Verwey
heeft plaats gehad. Ik heb niet goed begrepen of en wanneer er een tweede
vergadering zal zijn. In elk geval hoop ik dat de vergadering noch eventueel
over één bizonder punt noch over de zaak in 't algemeen een beslissing zal nemen
zonder mij gehoord te hebben. Dit zal aan de arbiters ook ongetwijfeld billijk
voorkomen.
Het beste schijnt mij een vergadering te houden, waarop eerst ik afzonderlijk
gehoord wordt over de door Verwey ingebrachte bescheiden, vervolgens Verwey over
mijn opmerkingen, om ten slotte, zoo noodig, met elkaâr in tegenwoordigheid der
arbiters ons te verantwoorden.
|
-
voetnoot340
- De XXe Eeuw, 10e jrg., dl. I,
aflev. 1, januari 1904, was aldus samengesteld: A. Aletrino, Desillusie, Voor Betsy Bonger (Il bel canto), p. 1-18, aldaar
gedagtekend November '03; Albert Verwey, Geestelijk leven in
Nederland: I, Christelijk profetisme (F. van
Eeden: De Blijde Wereld), II, Een apostel van
't socialisme (Herman Gorter: Verzen), III, Vernieuwde vaderlandsche vroomheid (Is. P. de Vooys: Van de Armen), p. 18-38, herdrukt in Proza, dl. VII, Amsterdam, 1922, p. 38-61; Frederik van Eeden, Dante en Beatrice, I t/m XIV, p. 39-52; Jan
Prins, Verzen (I, De schuiten zwieren af en aan,
II, Arbeid, III, Rijmpjes), p. 53-56; L.
van Deyssel, Uit ‘Het leven van Frank Rozelaar’, p. 57-75;
G.J.P.J. Bolland, Christendom en wijsbegeerte/Iets voor
geletterden, die noch christenen noch wijzen zijn, p. 76-98; aldaar
gedagtekend Leiden, Mei 1903; L. van Deyssel, Liedjes, p.
99-100; T.J. de Boer, Kleinbedrijf in den landbouw, p.
101-116; L. van Deyssel, Kleinigheden, p. 117-119 [niet
herdrukt]; Kunst: A. Pit, Tentoonstelling van
schilderijen en aquarellen van W. de Zwart, bij E.J. van Wisselingh
& Co., p. 120-122; J.C. Hol, Muziek: De
‘Münchener Kammermusik-Vereinigung’, p. 123-128, aldaar gedagtekend
Berlijn, Oct. 1903.
|