De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd252[Aan Mr. H.J. Biederlack, Keizersgracht 312, Amsterdam]
Baarn, 4 December 1903
Amice, Het spijt mij zeer dat mijn tegenpartij zich tot U om rechtsgeleerden raad heeft gewend, daar ik, ook op grond onzer vroegere betrekkingen,Ga naar voetnoot337 juist voornemens was dit in de zelfde zaak van míjn kant te doen. - Misschien zal ik U Maandag kunnen bezoeken. Mocht dit niet kunnen en mocht er in 't algemeen iets weinig flinks van míjn zijde in onze eventueele aanrakingen in deze zijn, dan verzoek ik U dat op rekeningen van mijn steeds min of meer zwak gestel te brengen. - Het feit der medewerking aan een ander tijdschrift is trouwens reeds geschied (zoo even verschenen Nieuwe Gids van Decr. 1903). Ik voor mij beschouw dit natuurlijk niet als in strijd met mijn verplichtingen, vooral niet na den eisch mijner mede-vennooten dat ik mijn medewerking aan de XXe Eeuw beperken zal. Tot welk een dwang toch, zoû men aldus niet kunnen komen! Bericht mij s.v.pl. nog even welke dagelijks uw kantooruren zijn. Met vriendschappelijken groet
de uwe K.J.L. Alberdingk Thijm |
|